ECLI:NL:RVS:2024:2004
Raad van State
- Hoger beroep
- E. Steendijk
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing verblijfsvergunning asiel door staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 4 mei 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van een vreemdeling voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank, die op 25 juli 2023 het beroep gegrond verklaarde, de afwijzing vernietigde en de staatssecretaris opdroeg een nieuw besluit te nemen. De staatssecretaris heeft vervolgens hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak.
In het hoger beroep heeft de staatssecretaris geklaagd over het oordeel van de rechtbank dat hij niet voldoende had gemotiveerd waarom de vreemdeling niet aannemelijk had gemaakt dat zijn Keniaanse paspoort op frauduleuze wijze was verkregen. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in een eerdere uitspraak (ECLI:NL:RVS:2024:1071) uiteengezet wat van een vreemdeling verwacht mag worden om aan te tonen dat een paspoort frauduleus is verkregen. De Raad van State oordeelt dat de vreemdeling niet aan deze eisen heeft voldaan, waardoor de grief van de staatssecretaris slaagt.
De Raad van State verklaart het hoger beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep van de vreemdeling ongegrond. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. E. Steendijk, lid van de enkelvoudige kamer, en mr. W.M. Vos, griffier, en is openbaar uitgesproken op 13 mei 2024.