ECLI:NL:RVS:2024:2006
Raad van State
- Hoger beroep
- E. Steendijk
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing verblijfsvergunning asiel door staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 12 mei 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van een vreemdeling om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Amsterdam. De rechtbank heeft op 14 juni 2023 het beroep gegrond verklaard, de afwijzing van de staatssecretaris vernietigd en bepaald dat de staatssecretaris een nieuw besluit op de aanvraag moet nemen met inachtneming van de uitspraak. De staatssecretaris heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld.
In het hoger beroep heeft de staatssecretaris geklaagd over het oordeel van de rechtbank dat hij niet deugdelijk heeft gemotiveerd waarom de vreemdeling niet aannemelijk heeft gemaakt dat zijn Keniaanse paspoort op frauduleuze wijze is verkregen. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in een eerdere uitspraak (ECLI:NL:RVS:2024:1071) uiteengezet wat van een vreemdeling mag worden verwacht om aannemelijk te maken dat een paspoort op frauduleuze wijze is verkregen. De Raad van State heeft vastgesteld dat het dossier niet aantoont dat de vreemdeling aan deze eisen heeft voldaan.
De Raad van State heeft het hoger beroep gegrond verklaard, de uitspraak van de rechtbank vernietigd en het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. E. Steendijk, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. W.M. Vos, griffier, en is uitgesproken in het openbaar op 13 mei 2024.