ECLI:NL:RVS:2024:2082
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep van vreemdeling tegen niet in behandeling nemen aanvraag verblijfsvergunning asiel
Op 21 mei 2024 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De staatssecretaris had op 24 oktober 2023 de aanvraag van de vreemdeling om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, verklaarde op 16 januari 2024 het beroep van de vreemdeling ongegrond. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. M.C.W. van der Zanden, heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.
Tijdens de procedure heeft de staatssecretaris op 1 maart 2024 laten weten dat de vreemdeling met hulp van de IOM naar India is vertrokken, zijn land van herkomst. In de door de vreemdeling ondertekende vertrekverklaring staat dat hij instemt met het beëindigen van nog openstaande procedures voor het verkrijgen van een verblijfstitel. Hierdoor heeft de vreemdeling geen belang meer bij de beoordeling van zijn hoger beroep.
De Afdeling bestuursrechtspraak heeft het hoger beroep daarom niet-ontvankelijk verklaard. De staatssecretaris is niet verplicht om de proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. J. van de Kolk, griffier.