ECLI:NL:RVS:2024:209

Raad van State

Datum uitspraak
24 januari 2024
Publicatiedatum
24 januari 2024
Zaaknummer
202307808/2/A3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • B.P.M. van Ravels
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake wijziging basisregistratie personen door college van burgemeester en wethouders van Maastricht

Op 12 mei 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Maastricht het verzoek van [wederpartij] om correctie van zijn gegevens in de basisregistratie personen (Brp) afgewezen. Hierop heeft [wederpartij] bezwaar gemaakt, dat door het college op 28 januari 2021 ongegrond werd verklaard. Tegen deze beslissing heeft [wederpartij] beroep ingesteld bij de rechtbank Limburg, die op 28 november 2023 het beroep gegrond verklaarde. De rechtbank heeft het college opgedragen om de in de Brp geregistreerde gegevens van [wederpartij] te wijzigen. Het college heeft vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat het college in afwachting van de uitspraak op het hoger beroep geen gevolg hoeft te geven aan de uitspraak van de rechtbank.

Uitspraak

202307808/2/A3.
Datum uitspraak: 24 januari 2024
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht), hangende het hoger beroep van:
het college van burgemeester en wethouders van Maastricht,
verzoeker,
tegen de uitspraak van de rechtbank Limburg van 28 november 2023 in zaak nr. 21/779 in het geding tussen:
[wederpartij], wonend te Maastricht,
en
het college.
Procesverloop
Bij besluit van 12 mei 2020 heeft het college het verzoek van [wederpartij] om correctie van zijn gegevens in de basisregistratie personen (hierna: de Brp) afgewezen.
Bij besluit van 28 januari 2021 heeft het college het daartegen door [wederpartij] gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 28 november 2023 heeft de rechtbank het daartegen door [wederpartij] ingestelde beroep gegrond verklaard, het besluit van 28 januari 2021 vernietigd, het besluit van 12 mei 2020 herroepen, bepaald dat haar uitspraak in de plaats treedt van het besluit van 28 januari 2021 en het college opgedragen om de in de Brp geregistreerde gegevens van [wederpartij] te wijzigen.
Het college heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld en de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
[wederpartij] heeft een reactie ingediend.
Overwegingen
1.       De voorzieningenrechter doet uitspraak zonder zitting.
2.       Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
3.       Een inhoudelijke beoordeling van de standpunten van partijen in hoger beroep vergt nader onderzoek, waarvoor deze voorlopige voorzieningenprocedure zich niet leent. Beoordeling daarvan zal in de bodemprocedure dienen plaats te vinden. Daarom zal de vraag of vooruitlopend op de beoordeling van het hoger beroep van het college een voorlopige voorziening moet worden getroffen, aan de hand van een belangenafweging worden beantwoord.
4.       De uitspraak van de rechtbank strekt ertoe dat het college de in de Brp geregistreerde gegevens van [wederpartij] wijzigt. Het college heeft daarom verzocht om een voorlopige voorziening te treffen die ertoe strekt dat het college in afwachting van de uitspraak op het hoger beroep geen gevolg hoeft te geven aan de uitspraak van de rechtbank voor zover daarin is bepaald dat het college de in de Brp geregistreerde gegevens van [wederpartij] dient te wijzigen.
5.       Zoals de Afdeling meermalen heeft overwogen, moeten de gegevens in de Brp betrouwbaar en duidelijk zijn. Uitvoering van de aangevallen uitspraak hangende het hoger beroep zou hiermee op gespannen voet staan, aangezien de kans bestaat dat het hoger beroep gegrond wordt verklaard, waarna de in de Brp geregistreerde persoonsgegevens opnieuw moeten worden gewijzigd. Dit klemt te meer, nu verscheidene (overheids)instanties de in de Brp geregistreerde gegevens automatisch afnemen.
6.       De voorzieningenrechter is van oordeel dat het belang van het college om het hoger beroep af te wachten in dit geval zwaarder weegt dan het belang van [wederpartij]. Daarbij is van belang dat [wederpartij] te kennen heeft gegeven geen bezwaar te hebben tegen toewijzing van de gevraagde voorlopige voorziening.
7.       Dat betekent dat de voorzieningenrechter het verzoek toewijst en dat het college de gegevens van [wederpartij] niet hoeft te wijzigen voordat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist.
8.       Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bepaalt bij wijze van voorlopige voorziening dat het college van burgemeester en wethouders van Maastricht de gegevens van [wederpartij] in de basisregistratie personen niet hoeft te wijzigen voordat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist.
Aldus vastgesteld door mr. B.P.M. van Ravels, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. R.J.A. Meerman, griffier.
w.g. Van Ravels
voorzieningenrechter
w.g. Meerman
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 24 januari 2024
960