ECLI:NL:RVS:2024:2199

Raad van State

Datum uitspraak
28 mei 2024
Publicatiedatum
29 mei 2024
Zaaknummer
202402584/1/V2 en 202402584/2/V2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening+bodemzaak
Rechters
  • H.G. Sevenster
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening en niet-ontvankelijkheid hoger beroep in asielzaak

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 28 mei 2024 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening en het hoger beroep van een vreemdeling tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank. De vreemdeling had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 30 mei 2023 was afgewezen. Tevens was de vreemdeling ambtshalve uitstel van vertrek geweigerd. De rechtbank had op 28 maart 2024 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard.

De vreemdeling, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. D. de Vries, heeft hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak. Echter, de voorzieningenrechter oordeelde dat het hogerberoepschrift te laat was ingediend, aangezien de termijn voor het indienen op 4 april 2024 eindigde. De voorzieningenrechter concludeerde dat de aangevoerde redenen van de vreemdeling niet voldoende waren om het hoger beroep alsnog in behandeling te nemen. Hierdoor werd het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard en werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. De staatssecretaris werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden.

De uitspraak benadrukt het belang van het tijdig indienen van hoger beroep en de strikte naleving van de termijnen in bestuursrechtelijke procedures. De voorzieningenrechter, mr. H.G. Sevenster, heeft de beslissing in het openbaar uitgesproken, met de griffier M.E. van Laar LLM aanwezig.

Uitspraak

202402584/1/V2 en 202402584/2/V2.
Datum uitspraak: 28 mei 2024
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) en, met toepassing van artikel 92 van de Vw 2000, op het hoger beroep van:
[de vreemdeling],
appellante,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Zwolle, van 28 maart 2024 in zaak nr. NL23.16440 in het geding tussen:
de vreemdeling
en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
Procesverloop
Bij besluit van 30 mei 2023 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen en geweigerd haar krachtens artikel 64 van de Vw 2000 ambtshalve uitstel van vertrek te verlenen.
Bij uitspraak van 28 maart 2024 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. D. de Vries, advocaat te Leeuwarden, hoger beroep ingesteld. Ook heeft zij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De vreemdeling is in de gelegenheid gesteld zich nader uit te laten.
De staatssecretaris heeft een nader stuk ingediend.
Overwegingen
1.       De termijn voor het instellen van hoger beroep eindigde op 4 april 2024. Het hogerberoepschrift is daarna bij de Raad van State binnengekomen. De vreemdeling heeft het hogerberoepschrift daarom niet op tijd ingediend. Wat de vreemdeling heeft aangevoerd, is geen reden om het hoger beroep alsnog in behandeling te nemen.
2.       Het hoger beroep is niet-ontvankelijk. Het verzoek om een voorlopige voorziening wordt daarom afgewezen. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I.        verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk;
II.       wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. H.G. Sevenster, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van M.E. van Laar LLM, griffier.
w.g. Sevenster
voorzieningenrechter
w.g. Van Laar
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 28 mei 2024
987