ECLI:NL:RVS:2024:2256

Raad van State

Datum uitspraak
29 mei 2024
Publicatiedatum
30 mei 2024
Zaaknummer
202402929/1/A2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen schrapping uit het Nederlandse kiezersregister voor de verkiezingen van het Europees Parlement

In deze zaak gaat het om een beroep dat is ingesteld door [appellante] tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouder van Den Haag, gedateerd 8 mei 2024. Dit besluit houdt in dat [appellante] uit het Nederlandse kiezersregister voor de verkiezingen van de leden van het Europees Parlement is geschrapt, omdat zij ook in België als kiezer is geregistreerd. De mondelinge uitspraak vond plaats op 29 mei 2024, waarbij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State de zaak behandelde.

Tijdens de openbare zitting, die om 11:00 uur begon, waren de Staatsraden E.J. Daalder (voorzitter), J.Th. Drop en N. Verheij aanwezig, evenals griffier R.J.R. Hazen. Het college van burgemeester en wethouder van Den Haag was vertegenwoordigd door N. Pilk, en de Kiesraad door mr. M. Bijl. De Afdeling heeft vastgesteld dat [appellante] griffierecht verschuldigd was voor het ingestelde beroep en dat zij hierover op 14 mei 2024 is geïnformeerd, met een gestelde termijn voor betaling.

De Afdeling constateert dat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn is voldaan, noch op de bankrekening van de Raad van State is bijgeschreven, noch contant is betaald op het adres van de Raad van State. Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die erop wijzen dat [appellante] redelijkerwijs niet in verzuim kan zijn geweest. Gezien deze omstandigheden heeft de Afdeling het beroep niet-ontvankelijk verklaard, waardoor er geen inhoudelijke beoordeling van de zaak heeft plaatsgevonden.

Uitspraak

202402929/1/A2.
Datum uitspraak: 29 mei 2024
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak (artikel 8:67 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[appellante], wonend te [woonplaats] (België),
appellante,
en
het college van burgemeester en wethouder van Den Haag,
verweerder.
Openbare zitting gehouden op 29 mei 2024 om 11:00 uur.
Tegenwoordig:
Staatsraad mr. E.J. Daalder, voorzitter
Staatsraad mr. J.Th. Drop, lid
Staatsraad mr. N. Verheij, lid
griffier: mr. R.J.R. Hazen
Verschenen:
Het college, vertegenwoordigd door N. Pilk;
De Kiesraad, vertegenwoordigd door mr. M. Bijl;
Het beroep richt zich tegen het besluit van het college van 8 mei 2024, waarbij [appellante] uit het Nederlandse kiezersregister voor de verkiezing van de leden van het Europees Parlement is geschrapt, omdat zij ook in België als kiezer is geregistreerd.
De Afdeling verklaart het beroep niet-ontvankelijk
Gronden:
-         [appellante] is voor het ingestelde beroep griffierecht verschuldigd. Bij brief van 14 mei 2024 is zij daarop gewezen en is haar daarvoor een termijn gesteld.
-         De Afdeling stelt vast dat het griffierecht niet binnen die termijn op de bankrekening van de Raad van State is bijgeschreven of contant op het adres van de Raad van State is voldaan.
-         Niet is gebleken van feiten of omstandigheden op grond waarvan redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat [appellante] in verzuim is geweest.
-         Dit betekent dat het beroep niet-ontvankelijk is en dat de Afdeling niet kan toekomen aan het geven van een oordeel over wat in beroep is aangevoerd.
w.g. Daalder
voorzitter
w.g. Hazen
griffier
452