ECLI:NL:RVS:2024:2293
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- E. Steendijk
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak na niet in behandeling nemen aanvragen door staatssecretaris
Op 15 januari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aanvragen van drie vreemdelingen om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen. Hiertegen hebben de vreemdelingen op 2 april 2024 beroep ingesteld bij de rechtbank, die hun beroepen gegrond heeft verklaard. De rechtbank heeft het besluit van de staatssecretaris vernietigd en hem opgedragen een nieuw besluit te nemen met inachtneming van de uitspraak. De staatssecretaris heeft vervolgens hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 3 juni 2024 uitspraak gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening. De staatssecretaris verzocht de voorzieningenrechter om te bepalen dat hij de uitspraak van de rechtbank niet hoeft uit te voeren totdat de Afdeling op zijn hoger beroep heeft beslist. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat, gezien de aangevoerde argumenten, het voorlopig niet aannemelijk is dat de uitspraak van de rechtbank in stand blijft. Gelet op de belangen van zowel de staatssecretaris als de vreemdelingen, heeft de voorzieningenrechter besloten een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid geen uitvoering hoeft te geven aan de uitspraak van de rechtbank totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden. Deze beslissing is genomen door mr. E. Steendijk, in tegenwoordigheid van mr. S. Duyster, griffier, en is openbaar uitgesproken op 3 juni 2024.