ECLI:NL:RVS:2024:2300

Raad van State

Datum uitspraak
5 juni 2024
Publicatiedatum
5 juni 2024
Zaaknummer
202402290/1/V1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake intrekking verblijfsvergunning asiel en inreisverbod

In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een vreemdeling tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, die op 15 maart 2024 de intrekking van zijn verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft vernietigd. De staatssecretaris had op 16 mei 2022, aangevuld op 24 februari 2023, besloten om de verblijfsvergunning in te trekken, de vreemdeling op te dragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten en een inreisverbod uit te vaardigen. De rechtbank oordeelde dat de besluiten van de staatssecretaris niet in stand konden blijven, maar dat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand blijven.

De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. Y.N. Teke-Bozkurt, heeft hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 5 juni 2024 geoordeeld dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De rechtbank heeft op goede gronden geoordeeld en de Afdeling neemt de motivering van de rechtbank over. Het hogerberoepschrift bevat geen vragen die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moeten worden, waardoor het hoger beroep ongegrond is verklaard.

De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd en de staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden. De beslissing is genomen door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, met mr. C.M. Wissels als voorzitter en mr. N. Verheij en mr. J. Schipper-Spanninga als leden, in aanwezigheid van griffier mr. A.M.L. Hanrath. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 5 juni 2024.

Uitspraak

202402290/1/V1.
Datum uitspraak: 5 juni 2024
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
[de vreemdeling],
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Zwolle, van 15 maart 2024 in zaken nrs. NL22.11287 en NL22.11288 in het geding tussen:
de vreemdeling
en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
Procesverloop
Bij besluit van 16 mei 2022, aangevuld bij brief van 24 februari 2023, heeft de staatssecretaris de aan de vreemdeling verleende verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd ingetrokken, hem opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten en tegen hem een inreisverbod uitgevaardigd.
Bij uitspraak van 15 maart 2024 heeft de rechtbank de daartegen door de vreemdeling ingestelde beroepen gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en bepaald dat de rechtsgevolgen daarvan in stand blijven.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. Y.N. Teke-Bozkurt, advocaat te Enschede, hoger beroep ingesteld.
Overwegingen
1.       Het hoger beroep leidt niet tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De rechtbank is namelijk terecht en op goede gronden tot haar oordeel gekomen. De Afdeling neemt de motivering onder 14 en 15.2 en onder 20 tot en met 29 van de uitspraak van de rechtbank over.
1.1.    Dit oordeel hoeft niet verder te worden gemotiveerd. De reden daarvoor is dat het hogerberoepschrift geen vragen bevat die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoord moeten worden (artikel 91, tweede lid, van de Vw 2000).
2.       Het hoger beroep is ongegrond. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. C.M. Wissels, voorzitter, en mr. N. Verheij en mr. J. Schipper-Spanninga, leden, in tegenwoordigheid van mr. A.M.L. Hanrath, griffier.
w.g. Wissels
voorzitter
w.g. Hanrath
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 5 juni 2024
392