ECLI:NL:RVS:2024:2384
Raad van State
- Hoger beroep
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen besluit van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers inzake inhouding leefgeld
Op 12 juni 2024 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De zaak betreft een besluit van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COa) van 30 maart 2022, waarbij voor de duur van vier weken € 5,00 per week werd ingehouden van het aan de vreemdeling toegekende leefgeld, op basis van de Regeling verstrekkingen asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen 2005. De rechtbank had op 8 augustus 2023 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard, waarop de vreemdeling in hoger beroep ging, vertegenwoordigd door mr. B.J.P.M. Ficq, advocaat te Haarlem.
De Raad van State oordeelde dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De rechtbank had terecht en op goede gronden geoordeeld, en de Afdeling nam de motivering van de rechtbank over. Het hogerberoepschrift bevatte geen vragen die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden, zoals bedoeld in artikel 91, tweede lid, van de Vreemdelingenwet 2000. Daarom werd het hoger beroep ongegrond verklaard en werd de uitspraak van de rechtbank bevestigd. Het COa werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden.