ECLI:NL:RVS:2024:2388
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening en niet-ontvankelijkheid hoger beroep asielaanvraag
Op 12 juni 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een vreemdeling die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag op 23 januari 2024 niet in behandeling genomen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 23 april 2024 het beroep ongegrond verklaarde. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. A. Alkir, heeft vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat het hogerberoepschrift te laat is ingediend, aangezien de termijn voor het instellen van hoger beroep op 30 april 2024 eindigde. De vreemdeling heeft geen geldige redenen aangevoerd om het hoger beroep alsnog in behandeling te nemen. Hierdoor heeft de voorzieningenrechter het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard en het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. De staatssecretaris is niet verplicht om de proceskosten te vergoeden.
De uitspraak benadrukt het belang van het tijdig indienen van hoger beroep en de voorwaarden waaronder een verzoek om voorlopige voorziening kan worden toegewezen. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 12 juni 2024.