ECLI:NL:RVS:2024:2512
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit college van burgemeester en wethouders van Vlissingen inzake afvalinzamelvoorzieningen
In deze zaak gaat het om een beroep tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Vlissingen, genomen op 16 april 2024, waarbij het college het 'spreidingsplan locaties afvalinzamelvoorzieningen Paauwenburg-omgekeerd inzamelen' heeft vastgesteld. Dit plan omvat onder andere de aanwijzing van een locatie aan de Chopinlaan, nabij het kruispunt met de Mozartlaan, voor het plaatsen van vijf afvalcontainers. Appellanten A en B, beiden wonend in Vlissingen, hebben tegen dit besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De mondelinge zitting vond plaats op 13 juni 2024, waar de voorzieningenrechter, Staatsraad mr. N. Verheij, de zaak behandelde. De appellanten waren via videoverbinding aanwezig, terwijl het college vertegenwoordigd was door J. Bijl en T.F. Lina.
De voorzieningenrechter heeft in zijn uitspraak overwogen dat nader onderzoek niet nodig was voor de beoordeling van de zaak en dat er geen beletsel was om onmiddellijk uitspraak te doen in de hoofdzaak. De voorzieningenrechter verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om een voorlopige voorziening af. In zijn overwegingen erkende de voorzieningenrechter de bezwaren van de appellanten, maar concludeerde dat iedere locatie voor- en nadelen met zich meebrengt. Hij was van mening dat een bepaalde mate van overlast moet worden geduld bij het leven in de stad en dat de overlast in dit geval niet zodanig was dat het college had moeten afzien van het aanwijzen van de locatie voor de afvalcontainers.