ECLI:NL:RVS:2024:2569
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens te late indiening door vreemdeling
Op 26 juni 2024 heeft de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De vreemdeling had op 7 januari 2022 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen. Na een ongegrond verklaard bezwaar op 30 mei 2023, heeft de rechtbank op 5 april 2024 het beroep van de vreemdeling tegen deze afwijzing eveneens ongegrond verklaard. De vreemdeling, vertegenwoordigd door drs. F.W. King, heeft vervolgens hoger beroep ingesteld.
De Raad van State heeft vastgesteld dat de uitspraak van de rechtbank op 8 april 2024 is verzonden, waardoor de termijn voor het indienen van hoger beroep op 6 mei 2024 is geëindigd. Het hogerberoepschrift is echter pas na deze datum bij de Raad van State binnengekomen. De vreemdeling heeft geen geldige redenen aangevoerd om het hoger beroep alsnog in behandeling te nemen. Hierdoor heeft de Raad van State het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard en beslist dat de staatssecretaris geen proceskosten hoeft te vergoeden.
De uitspraak is gedaan door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in aanwezigheid van mr. F.W. de Lange, griffier. De beslissing werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum, 26 juni 2024.