ECLI:NL:RVS:2024:2762
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak met betrekking tot rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan
In deze zaak heeft de vreemdeling een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening te treffen, zodat hij niet kan worden uitgezet totdat er een beslissing is genomen op zijn hoger beroep. Dit verzoek volgde op een reeks van besluiten van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die zijn aanvraag om afgifte van een document voor rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan had afgewezen. De staatssecretaris verklaarde het bezwaar van de vreemdeling ongegrond, waarna de rechtbank het beroep van de vreemdeling ook ongegrond verklaarde. De vreemdeling heeft vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 5 juli 2024 uitspraak gedaan. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat, gezien de belangen van zowel de vreemdeling als de minister, het noodzakelijk is om een voorlopige voorziening te treffen. Dit houdt in dat de vreemdeling niet kan worden uitgezet totdat er een definitieve uitspraak is gedaan in het hoger beroep. De voorzieningenrechter heeft ook bepaald dat de minister geen proceskosten hoeft te vergoeden, aangezien deze al eerder was veroordeeld tot vergoeding van proceskosten in een eerdere ordemaatregel.
De uitspraak is gedaan door mr. N. Verheij, die als voorzieningenrechter optrad, en mr. M. Buntjer, die als griffier fungeerde. De beslissing is openbaar uitgesproken op 5 juli 2024.