202307276/2/R4.
Datum uitspraak: 15 januari 2024
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) hangende het hoger beroep van onder meer:
Pyxis Logistic Solutions B.V. (hierna Pyxis), gevestigd te Blokker, gemeente Hoorn,
verzoekster,
tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland van 31 oktober 2023 in zaak nr. 22/1562 in het geding tussen:
[partij]
en
het college van burgemeester en wethouders van Drechterland.
Openbare zitting gehouden op 15 januari 2024 om 11:00 uur.
Tegenwoordig:
Staatsraad mr. H.G. Sevenster, voorzieningenrechter
griffier: mr. J.V. Veldwijk
jurist: mr. P. Faasen
Verschenen:
Pyxis, vertegenwoordigd door [gemachtigde] en mr. W. van Galen, advocaat te Utrecht;
het college, vertegenwoordigd door mr. J.H. Geerdink, ing. J. Benz en mr. M. Jonkman; en
[partij], vertegenwoordigd door mr. Y.M. van der Meulen, vergezeld van [persoon].
====================================
Bij besluit van 15 september 2021 heeft het college nieuwe maatwerkvoorschriften met betrekking tot geluid vastgesteld voor de inrichting van Pyxis aan de Veilingweg 1 in Oosterblokker.
Bij besluit op bezwaar van 9 februari 2022 heeft het college, naar aanleiding van het bezwaar van onder meer Pyxis en [partij], het besluit van 15 september 2021 in stand gelaten, onder wijziging van maatwerkvoorschriften 13 en 17.
Bij uitspraak van 31 oktober 2023 heeft de rechtbank het door [partij] daartegen ingestelde beroep gegrond verklaard, het besluit van 9 februari 2022 vernietigd, het besluit van 15 september 2021 herroepen en bepaald dat deze uitspraak in de plaats komt van het vernietigde besluit.
Tegen deze uitspraak hebben Pyxis en het college hoger beroep ingesteld.
Pyxis heeft tevens de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen. Haar verzoek strekt ertoe dat de maatwerkvoorschriften uit het besluit van 15 september 2021, zoals gewijzigd in het besluit op bezwaar van 9 februari 2022, weer gaan gelden tot de uitspraak van de Afdeling op de hoger beroepen in de bodemzaak.
Beslissing
De voorzieningenrechter:
I. wijst het verzoek toe;
II. schorst bij wijze van voorlopige voorziening de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland van 31 oktober 2023 in zaak nr. 22/1562, voor zover de rechtbank het besluit op bezwaar van het college van burgemeester en wethouders van Drechterland van 9 februari 2022 heeft vernietigd en voor zover zij het besluit van het college van 15 september 2021 heeft herroepen en heeft bepaald dat haar uitspraak in de plaats komt van het vernietigde besluit;
III. veroordeelt het college van burgemeester en wethouders van Drechterland tot vergoeding van bij Pyxis Logistic Solutions B.V. in verband met de behandeling van het verzoek opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 1.750,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
IV. gelast dat het college van burgemeester en wethouders van Drechterland aan Pyxis Logistic Solutions B.V. het door haar voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht ten bedrage van € 548,00 vergoedt.
Gronden
• De voorzieningenrechter beperkt zich tot een afweging van de belangen van enerzijds Pyxis en anderzijds [partij].
• Naar het oordeel van de voorzieningenrechter weegt het belang van Pyxis bij het voortzetten van haar huidige bedrijfsvoering zwaarder dan het belang van [partij] bij het beperken van de overlast die zij ervaart van de activiteiten van Pyxis.
• Daarvoor is van belang dat Pyxis heeft aangevoerd dat zij ernstig wordt belemmerd in haar bedrijfsvoering doordat de maatwerkvoorschriften die het college heeft vastgesteld niet meer gelden als gevolg van de rechtbankuitspraak. Dit kan leiden tot onomkeerbare gevolgen voor het bedrijf. De voorzieningenrechter betrekt bij haar afweging ook dat Pyxis haar activiteiten al jarenlang op de huidige wijze uitvoert en dat het college de door [partij] gestelde overlast van deze activiteiten bij zijn besluiten heeft betrokken.
• De voorzieningenrechter heeft begrip voor de situatie van [partij], maar ziet gelet op het voorgaande geen aanleiding om een doorslaggevend gewicht toe te kennen aan haar belang.
• De schorsing leidt ertoe dat de maatwerkvoorschriften zoals vastgesteld door het college bij besluit van 15 september 2021 en gewijzigd bij het besluit op bezwaar van 9 februari 2022, weer gelden tot de Afdeling uitspraak heeft gedaan op de hoger beroepen.
w.g. Sevenster
voorzieningenrechter
w.g. Veldwijk
griffier
912-1059