ECLI:NL:RVS:2024:2852
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- A. ten Veen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke zaak tegen hondensportactiviteiten
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 17 juli 2024 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening. Het verzoek werd ingediend door [verzoeker A], [verzoeker B] en [verzoekster C], die allen wonen of gevestigd zijn in Duizel, gemeente Eersel. Het verzoek was gericht tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Oost-Brabant van 8 februari 2022, waarin het beroep van [verzoeker] gegrond werd verklaard en het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Eersel van 14 juli 2021 werd vernietigd. Dit besluit had het handhavingsverzoek van [verzoeker] tegen hondensportactiviteiten van Politiehondenvereniging De Verdediger afgewezen.
Na de eerdere uitspraak heeft het college op 25 april 2022 het besluit van 13 oktober 2020 herroepen en alsnog een last onder dwangsom opgelegd aan PHV De Verdediger. Vervolgens heeft het college op 21 december 2023 dit besluit gewijzigd vastgesteld en opnieuw een last onder dwangsom opgelegd. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld op 15 april 2024, waarbij zowel [verzoeker] als de vertegenwoordigers van PHV De Verdediger en het college aanwezig waren.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat, gezien de uitspraak in de hoofdzaak, het verzoek om een voorlopige voorziening moet worden afgewezen. Tevens is bepaald dat het college van burgemeester en wethouders van Eersel de proceskosten van [verzoeker] moet vergoeden, evenals het door hen betaalde griffierecht. De voorzieningenrechter heeft de proceskosten vastgesteld op € 875,00 en het griffierecht op € 548,00. De uitspraak is openbaar gedaan op 17 juli 2024.