ECLI:NL:RVS:2024:2949
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- J. Schipper-Spanninga
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak tegen besluit staatssecretaris Justitie en Veiligheid
Op 18 juli 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin de minister van Asiel en Migratie een voorlopige voorziening verzocht. Dit verzoek volgde op een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag, die op 6 juni 2024 het beroep van een vreemdeling gegrond verklaarde en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid opdroeg om een nieuw besluit te nemen op de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. De staatssecretaris had de aanvraag op 5 oktober 2023 buiten behandeling gesteld.
De minister verzocht de voorzieningenrechter om de uitspraak van de rechtbank niet uit te voeren totdat de Afdeling op het hoger beroep had beslist. De voorzieningenrechter overwoog dat de minister binnen zes maanden na de uitspraak van de rechtbank een nieuw besluit moet nemen. Aangezien er geen spoedeisende omstandigheden waren die het treffen van de verzochte voorziening rechtvaardigden, werd het verzoek afgewezen. De minister werd bovendien veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die op € 875,00 werden vastgesteld, geheel toe te rekenen aan beroepsmatige rechtsbijstand.
De uitspraak benadrukt het belang van tijdige besluitvorming in asielzaken en de verantwoordelijkheden van de staatssecretaris in het kader van de wetgeving omtrent vreemdelingenrecht. De voorzieningenrechter heeft de belangen van de vreemdeling en de noodzaak van een zorgvuldige procedure in overweging genomen, maar concludeerde dat er op dat moment geen reden was om de uitvoering van de rechtbankuitspraak op te schorten.