ECLI:NL:RVS:2024:2971
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- J. Schipper-Spanninga
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak na afwijzing verblijfsvergunning door staatssecretaris
Op 2 januari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van een vreemdeling voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Zwolle. Op 20 juni 2024 heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard. De vreemdeling heeft vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 18 juli 2024 uitspraak gedaan op dit verzoek. De vreemdeling heeft op 11 juli 2024 hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening om te voorkomen dat de voorgenomen beëindiging van verstrekkingen op 19 juli 2024 zou plaatsvinden. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat, omdat de hogerberoepstermijn nog niet was verstreken, er aanleiding was om een voorlopige voorziening te treffen. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de voorgenomen beëindiging van verstrekkingen op 19 juli 2024 achterwege blijft. Daarnaast is de minister van Asiel en Migratie veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die zijn opgelopen tot € 875,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.