ECLI:NL:RVS:2024:3039
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- J.Th. Drop
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak na tussenuitspraak rechtbank
Op 25 juli 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. De zaak betreft een vreemdeling die op 10 juli 2023 een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had ingediend, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was ingewilligd. Echter, de rechtbank had in een tussenuitspraak op 2 februari 2024 de staatssecretaris de gelegenheid gegeven om een gebrek in het besluit te herstellen. Op 20 februari 2024 heeft de staatssecretaris het eerdere besluit aangevuld.
De rechtbank heeft op 29 mei 2024 het beroep van de vreemdeling gegrond verklaard en het besluit van 10 juli 2023 vernietigd voor zover het betreft de geboortedatum van de vreemdeling, die door de rechtbank is vastgesteld op 20 augustus 2003. Tegen deze uitspraken heeft de staatssecretaris hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De minister van Asiel en Migratie verzocht de voorzieningenrechter om de uitspraak van de rechtbank van 29 mei 2024 niet uit te voeren totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat het hoger beroep nader onderzoek vereist, waarvoor de huidige procedure zich niet goed leent. Gezien de belangen van zowel de minister als de vreemdeling, heeft de voorzieningenrechter besloten een voorlopige voorziening te treffen. De beslissing houdt in dat de minister van Asiel en Migratie geen uitvoering hoeft te geven aan de uitspraak van de rechtbank van 29 mei 2024 totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. Deze uitspraak is gedaan door mr. J.Th. Drop, in tegenwoordigheid van mr. E.L. Iedema, griffier.