ECLI:NL:RVS:2024:321
Raad van State
- Hoger beroep
- M. den Heyer
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen besluit staatssecretaris van Justitie en Veiligheid inzake verblijfsvergunning asiel
Op 30 januari 2024 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Het besluit, genomen op 30 september 2023, hield in dat de aanvraag van de vreemdeling voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd buiten behandeling werd gesteld. Tevens werd bepaald dat de vreemdeling de Europese Unie onmiddellijk moest verlaten en werd er een inreisverbod uitgevaardigd. De rechtbank Den Haag had op 14 december 2023 het beroep van de vreemdeling tegen dit besluit ongegrond verklaard.
De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. E. Derksen, heeft hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak. De Raad van State oordeelde dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De rechtbank had terecht en op goede gronden geoordeeld, en de Afdeling nam de motivering van de rechtbank over. Het hogerberoepschrift bevatte geen vragen die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden, waardoor verdere motivering niet nodig was.
De Raad van State bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de staatssecretaris geen proceskosten hoefde te vergoeden. De uitspraak werd in het openbaar gedaan op 30 januari 2024.