ECLI:NL:RVS:2024:3257
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak na afwijzing verblijfsvergunning
Op 7 augustus 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van een vreemdeling voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank, die op 12 juli 2024 het beroep gegrond verklaarde, het besluit van de staatssecretaris vernietigde en de rechtsgevolgen in stand hield. Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 9 augustus 2024 uitspraak gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening. De vreemdeling vroeg de voorzieningenrechter om de voorgenomen beëindiging van de opvang achterwege te laten, omdat de noodzakelijke stukken voor de beoordeling van het hoger beroep nog niet waren ontvangen. De voorzieningenrechter heeft besloten om bij wijze van ordemaatregel een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de voorgenomen beëindiging van verstrekkingen op 10 augustus 2024 achterwege blijft. Daarnaast is de minister van Asiel en Migratie veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die op € 875,00 zijn vastgesteld, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De uitspraak is gedaan door mr. J.H. van Breda, in tegenwoordigheid van mr. A.M.L. Hanrath, griffier.