ECLI:NL:RVS:2024:3355
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verblijfsvergunning en risico op overdraging
Op 20 augustus 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening van een vreemdeling. De vreemdeling had op 18 juni 2024 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling werd genomen. Hiertegen heeft de vreemdeling beroep aangetekend bij de rechtbank Den Haag, die op 22 juli 2024 het beroep ongegrond verklaarde. De vreemdeling heeft vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat, gezien de aanstaande zitting op 28 augustus 2024 over opvangvoorzieningen en het risico op pushbacks in Kroatië, het hoger beroep nader onderzoek vereist. Daarom is besloten om een voorlopige voorziening te treffen. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de vreemdeling niet mag worden overgedragen totdat er een beslissing is genomen op het hoger beroep. Tevens is de minister van Asiel en Migratie veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die zijn vastgesteld op € 875,00, geheel toe te rekenen aan beroepsmatige rechtsbijstand.
Deze uitspraak benadrukt de zorgvuldigheid die in asielzaken in acht moet worden genomen, vooral in het licht van de risico's die vreemdelingen kunnen lopen bij overplaatsing naar andere landen, zoals Kroatië. De uitspraak is openbaar uitgesproken en ondertekend door de voorzieningenrechter en de griffier.