ECLI:NL:RVS:2024:3427
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- J.Th. Drop
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak tegen afwijzing verblijfsvergunning en inreisverbod
Op 21 augustus 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. De zaak betreft een vreemdeling die op 5 juni 2024 een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd indiende, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid werd afgewezen. Tevens werd er een inreisverbod tegen de vreemdeling uitgevaardigd. De vreemdeling ging in beroep tegen deze afwijzing bij de rechtbank Den Haag, die op 26 juli 2024 het beroep gegrond verklaarde en de staatssecretaris opdroeg binnen zes weken een nieuw besluit te nemen.
De staatssecretaris, in de persoon van de minister van Asiel en Migratie, heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft de argumenten van beide partijen afgewogen en geconcludeerd dat het niet aannemelijk is dat de uitspraak van de rechtbank in stand blijft. Daarom heeft hij besloten om de minister te verlenen dat hij de uitspraak van de rechtbank niet hoeft uit te voeren totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist.
De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de minister van Asiel en Migratie geen proceskosten hoeft te vergoeden. Deze beslissing is openbaar uitgesproken op 21 augustus 2024.