ECLI:NL:RVS:2024:3429
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake uitstel van vertrek vreemdeling
Op 21 augustus 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een hoger beroep van de minister van Asiel en Migratie. Dit verzoek volgde op een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag, die op 12 juli 2024 het beroep van de vreemdeling gegrond verklaarde en de besluiten van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid vernietigde. De staatssecretaris had op 24 september 2021 de aanvraag van de vreemdeling om uitstel van vertrek afgewezen, en dit besluit was later door de staatssecretaris in bezwaar ongegrond verklaard.
De minister verzocht de voorzieningenrechter om de uitspraak van de rechtbank niet uit te voeren totdat de Afdeling op zijn hoger beroep had beslist. De voorzieningenrechter overwoog dat de belangen van zowel de minister als de vreemdeling in aanmerking werden genomen, maar dat er geen aanleiding was om een voorlopige voorziening te treffen. De voorzieningenrechter stelde vast dat de uitspraak van de rechtbank niet vereiste dat de minister het gevraagde uitstel van vertrek moest verlenen, en dat de uitvoering van de uitspraak geen onomkeerbare gevolgen zou hebben.
Uiteindelijk werd het verzoek van de minister afgewezen en werd hij veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die op € 875,00 werden vastgesteld, geheel toe te rekenen aan beroepsmatige rechtsbijstand. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door mr. H.G. Sevenster, in tegenwoordigheid van mr. A.M.L. Hanrath, griffier.