ECLI:NL:RVS:2024:3451
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep en verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag vreemdeling
Op 8 mei 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van een vreemdeling om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank, die op 26 juni 2024 het beroep ongegrond verklaarde. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. E.H. Bokhorst, heeft vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 26 augustus 2024 uitspraak gedaan. De minister heeft aangegeven dat de vreemdeling met onbekende bestemming is vertrokken en dat er geen contact meer is met de gemachtigde van de vreemdeling. Hierdoor concludeert de Afdeling dat de vreemdeling geen belang meer heeft bij de beoordeling van het hoger beroep. Het hoger beroep is daarom niet-ontvankelijk verklaard en het verzoek om voorlopige voorziening is afgewezen. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.