ECLI:NL:RVS:2024:3688
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verblijfsvergunning en risico op pushbacks
Op 12 september 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin een vreemdeling verzocht om een voorlopige voorziening. De vreemdeling had eerder een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de minister van Asiel en Migratie op 12 juli 2024 niet in behandeling was genomen. De rechtbank Den Haag had op 22 augustus 2024 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard, waarna zij hoger beroep instelde en verzocht om een voorlopige voorziening.
De vreemdeling vroeg de voorzieningenrechter om te bepalen dat zij niet zou worden overgedragen voordat er op het hoger beroep was beslist, en om opvang en verstrekkingen te ontvangen. De voorzieningenrechter overwoog dat het hoger beroep nader onderzoek vereiste, vooral in het licht van een eerdere zaak over opvangvoorzieningen en het risico op pushbacks in Kroatië. Daarom werd besloten om de voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter bepaalde dat de vreemdeling niet zou worden overgedragen totdat er een beslissing op het hoger beroep was genomen. Tevens werd de minister van Asiel en Migratie veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die op € 875,00 werden vastgesteld, geheel toe te rekenen aan beroepsmatige rechtsbijstand. Deze uitspraak werd openbaar uitgesproken op 12 september 2024.