ECLI:NL:RVS:2024:3710
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in vreemdelingenrechtelijke zaak betreffende afgifte document rechtmatig verblijf
Op 16 september 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak over een voorlopige voorziening. De zaak betreft een aanvraag van een vreemdeling om afgifte van een document dat rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan aantoont. De aanvraag was eerder op 22 mei 2023 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen. De vreemdeling maakte bezwaar tegen deze afwijzing, maar dit bezwaar werd op 3 januari 2024 ongegrond verklaard. Hierop heeft de vreemdeling beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 6 augustus 2024 het beroep gegrond verklaarde en de staatssecretaris opdroeg om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen. De minister van Asiel en Migratie heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat het hoger beroep nader onderzoek vereist, wat niet goed past binnen de huidige procedure. Gezien de belangen van zowel de minister als de vreemdeling, heeft de voorzieningenrechter besloten om de minister te ontheffen van de verplichting om de uitspraak van de rechtbank uit te voeren totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de minister van Asiel en Migratie geen proceskosten hoeft te vergoeden. Deze beslissing is genomen door mr. N. Verheij, in tegenwoordigheid van mr. Q. Boon, griffier, en is uitgesproken in het openbaar op 16 september 2024.