ECLI:NL:RVS:2024:3711
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- J. Schipper-Spanninga
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot niet in behandeling nemen van aanvragen
Op 16 september 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin vreemdelingen een voorlopige voorziening vroegen. De vreemdelingen, die asiel aanvragen, hadden op 1 augustus 2024 van de minister van Asiel en Migratie te horen gekregen dat hun aanvragen niet in behandeling werden genomen. Hiertegen hebben zij beroep aangetekend bij de rechtbank Den Haag, die op 26 augustus 2024 de beroepen ongegrond verklaarde. De vreemdelingen hebben vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat, gezien de recente ontwikkelingen in een andere zaak over opvangvoorzieningen en het risico op pushbacks in Kroatië, het hoger beroep nader onderzoek vergt. Daarom is besloten om een voorlopige voorziening te treffen. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de vreemdelingen niet mogen worden overgedragen totdat er een beslissing is genomen op het hoger beroep. Tevens is de minister van Asiel en Migratie veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdelingen, die zijn vastgesteld op € 875,00, geheel toe te rekenen aan beroepsmatige rechtsbijstand.
Deze uitspraak benadrukt de zorgvuldigheid die in asielzaken in acht moet worden genomen, vooral in het licht van de risico's die vreemdelingen kunnen lopen bij overdracht naar andere landen. De voorzieningenrechter heeft hiermee een belangrijke bescherming geboden aan de vreemdelingen in afwachting van de uitkomst van hun hoger beroep.