ECLI:NL:RVS:2024:3738
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep van vreemdeling tegen afwijzing verblijfsvergunning asiel na overlijden
Op 12 juni 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van een vreemdeling voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg. Op 14 september 2023 heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. J.P. van Mulken, heeft vervolgens hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak.
Tijdens de procedure is de vreemdeling overleden. De gemachtigde heeft op 8 augustus 2024 aangegeven dat de nabestaanden mogelijk nog belang hebben bij een inhoudelijke beoordeling van het hoger beroep. Echter, de gemachtigde heeft de nabestaanden niet geïdentificeerd en geen verklaring van erfrecht overgelegd. Hierdoor is het belang bij het hoger beroep komen te vervallen.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard. De minister van Asiel en Migratie hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. T. Toonen, griffier, en is openbaar uitgesproken op 18 september 2024.