ECLI:NL:RVS:2024:3773
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- J. Schipper-Spanninga
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag verblijfsvergunning asiel en verzoek om voorlopige voorziening
Op 19 september 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 24 juni 2024 de aanvraag van de vreemdeling afgewezen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. C. Lucassen, heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 22 augustus 2024 het beroep ongegrond verklaarde. De vreemdeling heeft vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het hoger beroep ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank bevestigd. De rechtbank had op goede gronden geoordeeld en de voorzieningenrechter nam de motivering van de rechtbank over. Het hogerberoepschrift bevatte geen vragen die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden, waardoor verdere motivering niet nodig was. Het verzoek om voorlopige voorziening werd afgewezen, en de minister van Asiel en Migratie hoeft geen proceskosten te vergoeden.
De uitspraak benadrukt het belang van de motivering van de rechtbank en bevestigt dat de afwijzing van de aanvraag voor de verblijfsvergunning asiel terecht was. De voorzieningenrechter heeft de beslissing openbaar uitgesproken, waarbij mr. J. Schipper-Spanninga als voorzieningenrechter en mr. E.L. Iedema als griffier aanwezig waren.