ECLI:NL:RVS:2024:3801

Raad van State

Datum uitspraak
24 september 2024
Publicatiedatum
24 september 2024
Zaaknummer
202404632/2/R1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • J. Hoekstra
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van bestemmingsplan 'Gijsbrechtkwartier' in Ouder-Amstel na verzoek om voorlopige voorziening

Op 30 mei 2024 heeft de raad van de gemeente Ouder-Amstel het bestemmingsplan 'Gijsbrechtkwartier' vastgesteld, dat een transformatie mogelijk maakt van een manege naar een woongebied met 34 woningen. Dit omvat 33 nieuwe woningen en de omzetting van een bestaande dienstwoning naar een burgerwoning. Omwonenden, aangeduid als verzoekers, hebben tegen deze vaststelling beroep ingesteld, omdat zij vrezen voor nadelige gevolgen van de nieuwe woonbestemming. Tevens hebben zij de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, zodat het plan wordt geschorst totdat de Afdeling uitspraak heeft gedaan in de hoofdzaak.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 5 september 2024 behandeld. De verzoekers waren vertegenwoordigd door mr. A. Glijnis, terwijl de raad werd vertegenwoordigd door mr. T.M. van Gorsel, drs. B.J. de Jonge en drs. A. de Joode. Ook was Vilarem I B.V., de initiatiefnemer van de ontwikkeling, ter zitting aanwezig, vertegenwoordigd door een gemachtigde en mr. L. Haver Droeze.

De voorzieningenrechter heeft overwogen dat de zitting in de hoofdzaak uiterlijk in het tweede kwartaal van 2025 zal plaatsvinden. Partijen hebben aangegeven geen bezwaar te hebben tegen een schorsing van het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan in afwachting van die zitting en de uitspraak in de hoofdzaak. Gelet op deze omstandigheden heeft de voorzieningenrechter besloten om het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan te schorsen. Daarnaast is de raad veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de verzoekers en is gelast dat het griffierecht aan hen wordt terugbetaald.

Uitspraak

202404632/2/R1.
Datum uitspraak: 24 september 2024
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[verzoeker A] en [verzoeker B], beiden wonend in Ouderkerk aan de Amstel, gemeente Ouder-Amstel,
verzoekers,
en
de raad van de gemeente Ouder-Amstel,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 30 mei 2024 heeft de raad het bestemmingsplan "Gijsbrechtkwartier" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben [verzoekers] beroep ingesteld.
[verzoekers] hebben de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
[verzoekers] hebben een nader stuk ingediend.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 5 september 2024, waar zijn verschenen:
- [verzoekers], vertegenwoordigd door mr. A. Glijnis, advocaat te Alkmaar;
- de raad, vertegenwoordigd door mr. T.M. van Gorsel, drs. B.J. de Jonge en drs. A. de Joode.
Voorts is ter zitting als partij gehoord:
- Vilarem I B.V., vertegenwoordigd door [gemachtigde], bijgestaan door mr. L. Haver Droeze, rechtsbijstandsverlener te Amersfoort.
Overwegingen
1.       Op 1 januari 2024 zijn de Omgevingswet en de Invoeringswet Omgevingswet in werking getreden. Op grond van artikel 4.6, derde lid, van de Invoeringswet Omgevingswet blijft op een beroep tegen een besluit tot vaststelling van een bestemmingsplan waarvan het ontwerp vóór het tijdstip van inwerkingtreding van de Omgevingswet ter inzage is gelegd het recht zoals dat gold onmiddellijk vóór dat tijdstip van toepassing tot het bestemmingsplan onherroepelijk is.
Het ontwerpplan is op 14 december 2023 ter inzage gelegd. Dat betekent dat op deze beroepsprocedure het recht, waaronder de Wet ruimtelijke ordening en de Crisis- en herstelwet, zoals dat gold vóór 1 januari 2024, van toepassing blijft.
2.       Het plan maakt een transformatie mogelijk van een manege naar een woongebied met 34 woningen, waarvan 33 nieuwe woningen en de omzetting van een bestaande dienstwoning naar een burgerwoning.
3.       [verzoekers] zijn omwonenden. Kort gezegd vrezen zij nadelige gevolgen van de nieuwe woonbestemming. Daarom hebben zij beroep ingesteld tegen de vaststelling van het plan. Ook hebben zij de voorzieningenrechter gevraagd de voorlopige voorziening te treffen dat het plan wordt geschorst totdat de Afdeling uitspraak heeft gedaan in de hoofdzaak.
4.       Vilarem I is initiatiefnemer van de ontwikkeling.
5.       Zoals ter zitting aan de orde is gekomen vindt de zitting in de hoofdzaak uiterlijk in het tweede kwartaal van 2025 plaats, is Vilarem I bereid gebleken in verband daarmee de uitkomst van de procedure in hoofdzaak af te wachten en hebben partijen aangegeven daarom geen bezwaar te hebben tegen een schorsing van het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan in afwachting van die zitting en de uitspraak in de hoofdzaak.
6.       Gelet op het vorenstaande ziet de voorzieningenrechter aanleiding om bij wijze van voorlopige voorziening het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan te schorsen.
7.       De raad moet de proceskosten vergoeden.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I.        schorst bij wijze van voorlopige voorziening het besluit van de raad van de gemeente Ouder-Amstel van 30 mei 2024 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Gijsbrechtkwartier";
II.       veroordeelt de raad van de gemeente Ouder-Amstel tot vergoeding van bij [verzoeker A] en [verzoeker B] in verband met de behandeling van het verzoek opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 1.750,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand, met dien verstande dat bij betaling van genoemd bedrag aan een van hen het bestuursorgaan aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan;
III.      gelast dat de griffier van de Raad van State aan [verzoeker A] en [verzoeker B] het door hen betaalde griffierecht ten bedrage van € 187,00 voor de behandeling van het verzoek terugbetaalt.
Aldus vastgesteld door mr. J. Hoekstra, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. J.S.S. Hupkes, griffier.
w.g. Hoekstra
voorzieningenrechter
w.g. Hupkes
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 24 september 2024
635