ECLI:NL:RVS:2024:3921

Raad van State

Datum uitspraak
1 oktober 2024
Publicatiedatum
1 oktober 2024
Zaaknummer
202403381/2/R4
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake bestemmingsplan Buitengebied 2023 gemeente Nunspeet

Op 1 oktober 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak over een verzoek om voorlopige voorziening met betrekking tot het bestemmingsplan "Buitengebied 2023" van de gemeente Nunspeet. Dit bestemmingsplan, dat op 21 maart 2024 door de raad is gewijzigd vastgesteld, vervangt het eerdere plan "Buitengebied 2019" en heeft betrekking op het gehele buitengebied van Nunspeet. Verzoeker, wonend in Elspeet, heeft bezwaar gemaakt tegen het plan voor zover het betrekking heeft op een perceel naast zijn woning, dat eigendom is van een derde partij. Het perceel heeft de bestemming "Wonen" met een functieaanduiding voor caravanopslag en ondergeschikte verkoop.

Verzoeker vreest dat de nieuwe gebruiksmogelijkheden van het perceel zijn woon- en leefklimaat negatief zullen beïnvloeden, met name door geluidsoverlast en stikstofdepositie in de nabijgelegen Natura 2000-gebied "De Veluwe". De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld op 13 september 2024, waarbij partijen hun standpunten hebben toegelicht. De raad van de gemeente Nunspeet en de eigenaar van het perceel hebben aangegeven dat er maximaal 20 caravans op het perceel mogen staan, en dat er geen reparaties aan caravans zullen plaatsvinden.

De voorzieningenrechter heeft besloten dat er maximaal 20 caravans op het perceel mogen worden gestald en heeft de raad van de gemeente Nunspeet veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van verzoeker, alsook tot terugbetaling van het griffierecht. Deze uitspraak is gedaan in het kader van de overgangsregeling van de Omgevingswet, die op 1 januari 2024 in werking is getreden, en waarbij het recht dat gold vóór deze datum van toepassing blijft op de beroepsprocedure.

Uitspraak

202403381/2/R4.
Datum uitspraak: 1 oktober 2024
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[verzoeker], wonend in Elspeet, gemeente Nunspeet,
verzoeker,
en
de raad van de gemeente Nunspeet,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 21 maart 2024 heeft de raad het bestemmingsplan "Buitengebied 2023" (hierna: het plan) gewijzigd vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft [verzoeker] beroep ingesteld.
[verzoeker] heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
[partij] heeft een nader stuk ingediend.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 13 september 2024, waar [verzoeker], bijgestaan door mr. C.C.G. van Sadelhoff, advocaat te Utrecht, en de raad, vertegenwoordigd door G. Proper en mr. drs. J. van der Noord, zijn verschenen. Voorts is ter zitting [partij], bijgestaan door mr. L. Bolier, juridisch adviseur te Elspeet, vergezeld door [persoon], als partij gehoord.
Overwegingen
Overgangsrecht inwerkingtreding Omgevingswet
1.       Op 1 januari 2024 zijn de Omgevingswet en de Invoeringswet Omgevingswet in werking getreden. Op grond van artikel 4.6, derde lid, van de Invoeringswet Omgevingswet blijft op een beroep tegen een besluit tot vaststelling van een bestemmingsplan waarvan het ontwerp vóór het tijdstip van inwerkingtreding van de Omgevingswet ter inzage is gelegd, het recht zoals dat gold onmiddellijk vóór dat tijdstip, van toepassing tot het bestemmingsplan onherroepelijk is.
Het ontwerpplan is op 26 april 2023 ter inzage gelegd. Dat betekent dat op deze beroepsprocedure het recht, waaronder de Wet ruimtelijke ordening, zoals dat gold vóór 1 januari 2024 van toepassing blijft.
Inleiding
2.       Het plan voorziet in een herziene en geactualiseerde planologisch-juridische regeling voor het buitengebied van de gemeente Nunspeet en vervangt het bestemmingsplan "Buitengebied 2019". [verzoeker] woont aan de [locatie 1] in Elspeet. Het plan 2023 heeft betrekking op het hele buitengebied van Nunspeet. [verzoeker] komt op tegen het plan, voor zover dat betrekking heeft op het naast zijn woonperceel gelegen perceel [locatie 2] te Elspeet (hierna: het perceel). [partij] is eigenaar van het perceel. Op het perceel staan een woning en bijgebouwen. Op grond van het plan rust op het perceel, binnen de bestemming "Wonen", de functieaanduiding "specifieke vorm van bedrijf - caravanopslag met ondergeschikte verkoop" op een grondoppervlak van ongeveer 1.150 m². Op ongeveer 770 m² van dit grondoppervlak staan aaneengesloten bijgebouwen. Deze functieaanduiding is nieuw ten opzichte van het vorige bestemmingsplan waarin op slechts een gedeelte van de bijgebouwen, ter grootte van 458 m², de functieaanduiding "opslag" rustte.
Het verzoek
3.       Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
4.       [verzoeker] verzoekt de voorzieningenrechter om het besluit van 21 maart 2024 te schorsen, voor zover dat betrekking heeft op het perceel.
5.       [verzoeker] voert aan dat hij belang heeft bij inwilliging van het verzoek, omdat [partij] inmiddels voldoet aan de voorwaarden om caravans op het perceel te mogen stallen, repareren en verkopen. [verzoeker] vreest dat zijn woon- en leefklimaat zal verslechteren door de verkeersaantrekkende werking die de verruiming van de gebruiksmogelijkheden van het perceel met zich zal brengen. [verzoeker] wijst hierbij onder meer op geluidsoverlast en op de stikstofdepositie in het nabij zijn woning gelegen Natura 2000-gebied "De Veluwe" en stelt dat de gevolgen van de verkeersaantrekkende werking niet zijn onderzocht.
6.       De raad en [partij] stellen zich op het standpunt dat op het perceel maximaal 20 caravans kunnen staan, omdat het voorste gedeelte van de bijgebouwen zodanig laag is dat het niet geschikt is voor caravanstalling. De raad heeft pas in beroep een stikstofonderzoek laten uitvoeren voor de nieuwe gebruiksmogelijkheden op het perceel. In dat onderzoek is ervan uitgegaan dat op het perceel maximaal 20 caravansplaatsen zijn en dat de caravans gemiddeld drie keer per jaar worden gehaald en gebracht. [verzoeker] stelt dat binnen de functieaanduiding "specifieke vorm van bedrijf - caravanopslag met ondergeschikte verkoop" voldoende ruimte is om 80 tot 90 caravans te stallen en dat het stikstofonderzoek om die reden onvolledig is.
7.       Op de zitting heeft [partij] toegezegd dat tot aan de uitspraak in de hoofdzaak niet meer dan 20 caravans tegelijk op het perceel zullen staan. Reparaties aan caravans zullen op het perceel niet plaatsvinden. [verzoeker] heeft te kennen gegeven geen bezwaar te hebben tegen dit gebruik als dat is beperkt tot het stallen van maximaal 20 caravans. De raad heeft te kennen gegeven ermee in te kunnen stemmen als het gebruik hangende beroep wordt beperkt tot het stallen van maximaal 20 caravans. Verder waren partijen ter zitting het erover eens dat onder stallen hier ook wordt verstaan dat in voorkomend geval bij verkoop van een ter plaatse gestalde caravan bezichtiging daarvan op het perceel door derden mogelijk is.
Conclusie
8.       Gelet op het vorenstaande ziet de voorzieningenrechter aanleiding de hierna te melden voorlopige voorziening te treffen.
9.       De raad moet de proceskosten vergoeden.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I.        bepaalt bij wijze van voorlopige voorziening dat op het perceel [locatie 2] in Elspeet, ter plaatse van de gronden met de functieaanduiding "specifieke vorm van bedrijf - caravanopslag met ondergeschikte verkoop", maximaal 20 caravans tegelijk mogen worden gestald;
II.       veroordeelt de raad van de gemeente Nunspeet tot vergoeding van bij [verzoeker] in verband met de behandeling van het verzoek opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 1.750,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
III.      gelast dat de raad van de gemeente Nunspeet aan [verzoeker] het door hem voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht ten bedrage van € 187,00 vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. J.J.W.P. van Gastel, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. W.J.C. Robben, griffier.
w.g. Van Gastel
voorzieningenrechter
w.g. Robben
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 1 oktober 2024
610