ECLI:NL:RVS:2024:4031
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel en verzoek om voorlopige voorziening
Op 29 juli 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van een vreemdeling voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank, die op 17 september 2024 het beroep ongegrond verklaarde. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. A. Alkir, heeft vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 7 oktober 2024 uitspraak gedaan. De voorzieningenrechter oordeelde dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is, omdat de vreemdeling niet heeft uitgelegd waarom de uitspraak van de rechtbank volgens hem onjuist is. Hierdoor kon de Afdeling geen inhoudelijk oordeel geven over het hoger beroep. Het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen, en de minister van Asiel en Migratie hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd gedaan door mr. H.G. Sevenster, in tegenwoordigheid van mr. G.A. van de Sluis, griffier.