ECLI:NL:RVS:2024:4109
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- J. Schipper-Spanninga
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak na afwijzing verblijfsvergunning door staatssecretaris
Op 11 oktober 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. De zaak betreft een vreemdeling die op 16 februari 2024 een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had ingediend, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep aangetekend bij de rechtbank Den Haag, die op 13 september 2024 het beroep gegrond verklaarde en de staatssecretaris opdroeg de gevraagde verblijfsvergunning te verlenen. De staatssecretaris heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat hij de uitspraak van de rechtbank niet hoeft uit te voeren totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. De voorzieningenrechter heeft, na afweging van de belangen van beide partijen, besloten om de voorlopige voorziening te treffen. Dit houdt in dat de staatssecretaris geen uitvoering hoeft te geven aan de uitspraak van de rechtbank totdat er een beslissing is genomen in het hoger beroep. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de minister van Asiel en Migratie geen proceskosten hoeft te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 11 oktober 2024.