ECLI:NL:RVS:2024:421
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening vreemdeling inzake beëindiging tijdelijke bescherming
Op 5 februari 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening. Dit verzoek was ingediend door een vreemdeling wiens recht op bescherming, dat hij genoot op grond van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming, per 4 september 2023 zou eindigen. De staatssecretaris had op 31 augustus 2023 besloten dat het recht op bescherming zou eindigen, gebaseerd op de Richtlijn 2001/55/EG en het daarop gebaseerde Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 van 4 maart 2022.
De vreemdeling had eerder beroep ingesteld tegen dit besluit, maar de rechtbank had op 22 december 2023 het beroep ongegrond verklaard. Hierop heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening echter afgewezen.
De uitspraak is gedaan door mr. B. Meijer, in tegenwoordigheid van mr. N. Tibold als griffier. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 5 februari 2024.