202403619/2/R3.
Datum uitspraak: 22 oktober 2024
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
Stichting Groene Ster Duurzaam!, gevestigd in Leeuwarden, en anderen,
verzoekers,
en
de raad van de gemeente Leeuwarden,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 11 maart 2024 heeft de raad het bestemmingsplan "Partiële herziening bestemmingsplan Leeuwarden - Recreatiegebied Groene Ster t.b.v. evenementen" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben de stichting en anderen beroep ingesteld.
De stichting en anderen hebben de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
De stichting en anderen en de raad hebben nadere stukken ingediend.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op een zitting behandeld op 8 oktober 2024, waar de stichting en anderen, vertegenwoordigd door mr. Th.C. van Gelder en ir. A.H.F. van Daelen, en de raad, vertegenwoordigd door mr. J.C. van Oosten, mr. R.A.J. Held en mr. D. van der Kraan, allen advocaat te Amsterdam, mr. J.J. Hengst, G. van Minnen, Y. de Jong, L.A.M. Smoors, mr. R.T. Offringa, A. van der Hooff en, via een videoverbinding, M.H.M. van Kesteren, zijn verschenen.
Overwegingen
1. Op 1 januari 2024 zijn de Omgevingswet en de Invoeringswet Omgevingswet in werking getreden. Op grond van artikel 4.6, derde lid, van de Invoeringswet Omgevingswet blijft op een beroep tegen een besluit tot vaststelling van een bestemmingsplan waarvan het ontwerp vóór het tijdstip van inwerkingtreding van de Omgevingswet ter inzage is gelegd het recht zoals dat gold onmiddellijk vóór dat tijdstip van toepassing tot het bestemmingsplan onherroepelijk is.
Het ontwerpplan is op 30 maart 2023 ter inzage gelegd. Dat betekent dat op deze beroepsprocedure het recht, waaronder de Wet ruimtelijke ordening, zoals dat gold vóór 1 januari 2024 van toepassing blijft.
2. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
3. Het plan voorziet in een mogelijkheid voor het houden van evenementen in recreatiegebied De Groene Ster, nabij Leeuwarden, waaronder drie muziekevenementen van in totaal 12 dagen, die gedurende de dag-, avond,- en nachtperiode mogen plaatsvinden. Voorheen werd hiervoor gebruik gemaakt van een omgevingsvergunning om af te wijken van het bestemmingsplan, wat volgens de raad geen wenselijke situatie was. Met dit plan is beoogd een overkoepelende regeling voor evenementen in de Groene Ster op te stellen, die voor nu en voor toekomstige evenementen kan worden gebruikt.
De stichting en Vereniging Milieudefensie Afdeling Leeuwarden en 190 natuurlijke personen, die door de stichting worden vertegenwoordigd, richten zich in het bijzonder tegen de mogelijkheid om in dit gebied meerdaagse muziekevenementen te houden als bedoeld in de artikel 3.1, onder i en j, en artikel 4.1, onder g en h, van de planregels. Zij vrezen dat deze muziekevenementen leiden tot een aantasting van de natuurwaarden en flora- en fauna in het aangrenzende Natura 2000-gebied Groote Wielen en de omliggende natuurgebieden en van hun woon- en leefklimaat. In het bijzonder gaat het hen daarbij om de geluidnormen die in het plan zijn opgenomen. De stichting en anderen hebben de voorzieningenrechter verzocht de voorlopige voorziening te treffen dat het bestemmingsplan wordt geschorst voor zover het betreft de mogelijkheid voor het houden van muziekevenementen, totdat de Afdeling op het beroep heeft beslist.
4. Het verzoek wordt toegewezen. De voorzieningenrechter zal het bestemmingsplan schorsen, voor zover het betreft de mogelijkheid voor muziekevenementen. De voorzieningenrechter licht dat hieronder toe.
4.1. Over het betoog van de stichting en anderen dat het plan leidt tot aantasting van de natuurwaarden en flora en fauna In het Natura 2000-gebied en de omliggende natuurgebieden, overweegt de voorzieningenrechter als volgt. In het kader van eerdere procedures bij de rechtbank Noord-Nederland over omgevingsvergunningen voor muziekevenementen in De Groene Ster, zijn meerdere rapporten van de Stichting Advisering Bestuursrechtspraak voor Milieu en Ruimtelijke Ordening (hierna: STAB) uitgebracht. Hieruit volgt kort gezegd dat vanwege de tijdelijke aard van de evenementen, geen sprake is van een blijvend negatief effect. De stichting en anderen hebben daar in deze procedure tegenover gezet dat uit nieuw wetenschappelijk onderzoek volgt dat ook een tijdelijke verstoring een blijvend negatief effect kan hebben, waarover de STAB zich nog niet heeft uitgelaten. Dit vereist nader onderzoek, waarvoor deze procedure zich niet leent. Hiervoor zal, met het oog op de behandeling van de zaak in de bodemprocedure, de STAB worden ingeschakeld.
Over het aspect geluid overweegt de voorzieningenrechter dat partijen het er met name niet over eens zijn of de dB(C) normen die de raad in het plan heeft opgenomen in aanvulling op de dB(A) normen zoals vermeld in de Nota Limburg, zoals in 1996 opgesteld door de Inspectie Milieuhygiëne, volstaan om in de woning overdag de spraakverstaanbaarheid te waarborgen en in nachtperiode slaapverstoring te vermijden. Ook dit vereist nader onderzoek, waarvoor deze procedure zich niet leent. Ook hiervoor zal, met het oog op de behandeling van de zaak in de bodemprocedure, de STAB worden ingeschakeld.
De voorzieningenrechter zal gelet op het voorgaande met een belangenafweging bepalen of vooruitlopend op de uitspraak in de bodemprocedure een voorlopige voorziening moet worden getroffen. Over de belangen die gemoeid zijn met het voorliggende verzoek om voorlopige voorziening overweegt de voorzieningenrechter dat het belang van de stichting en anderen erin is gelegen aantasting van natuurwaarden en van het woon- en leefklimaat te voorkomen. Daartegenover staat het belang van de raad om in Leeuwarden te kunnen voorzien in een volledig cultureel aanbod. Hierover overweegt de voorzieningenrechter dat, gelet op het voorgaande, niet kan niet worden uitgesloten dat het plan ertoe leidt dat omwonenden gedurende twaalf nachten per jaar, in de periode van 15 mei tot en met 14 oktober, ernstig worden verstoord in hun slaap. De voorzieningenrechter ziet in het bijzonder in het belang van omwonenden om in elk geval in de nachten gevrijwaard te blijven van dergelijke overlast, aanleiding om vooruitlopend op de beoordeling in de bodemprocedure het bestemmingsplan te schorsen voor zover het betreft de mogelijk gemaakte muziekevenementen. Dat betekent dat er op grond van dit plan geen muziekevenementen mogen worden gehouden in De Groene Ster.
5. De raad hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. wijst het verzoek toe;
II. schorst bij wijze van voorlopige voorziening het besluit van de raad van de gemeente Leeuwarden van 11 maart 2024 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Partiële herziening bestemmingsplan Leeuwarden - Recreatiegebied Groene Ster t.b.v. evenementen", voor zover het betreft de mogelijkheid voor het houden van muziekevenementen;
III. gelast dat de raad van de gemeente Leeuwarden aan Stichting Groene Ster Duurzaam! en anderen het door hen voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht ten bedrage van € 371,00 vergoedt, met dien verstande dat bij betaling van genoemd bedrag aan een van hen het bestuursorgaan aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan.
Aldus vastgesteld door mr. N.H. van den Biggelaar, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. J. Buskermolen, griffier.
w.g. Van den Biggelaar
voorzieningenrechter
w.g. Buskermolen
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 22 oktober 2024
896