ECLI:NL:RVS:2024:4439
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep en verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak
Op 4 november 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin een vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. R.A.J. van der Leeuw, hoger beroep had ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag. De rechtbank had op 16 oktober 2024 het beroep van de vreemdeling tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid ongegrond verklaard. De vreemdeling had op 17 mei 2023 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, welke was afgewezen. In het hoger beroep werd niet ingegaan op de inhoud van de uitspraak van de rechtbank, omdat de vreemdeling niet had toegelicht waarom deze uitspraak volgens hem onjuist was. Hierdoor kon de Afdeling geen inhoudelijk oordeel vellen over het hoger beroep. De voorzieningenrechter verklaarde het hoger beroep niet-ontvankelijk en wees het verzoek om een voorlopige voorziening af. De minister van Asiel en Migratie werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.