ECLI:NL:RVS:2024:446
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- J. Schipper-Spanninga
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak betreffende verblijfsvergunning
Op 5 februari 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin een vreemdeling een voorlopige voorziening heeft verzocht. De vreemdeling had eerder een aanvraag ingediend voor wijziging van de beperking van zijn verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd, welke aanvraag op 8 december 2020 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen. Hiertegen had de vreemdeling bezwaar gemaakt, maar dit bezwaar werd op 23 februari 2023 ongegrond verklaard. Vervolgens heeft de rechtbank Den Haag op 18 oktober 2023 het beroep van de vreemdeling tegen deze beslissing eveneens ongegrond verklaard. De vreemdeling heeft hierop hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat hij niet zou worden uitgezet voordat er op het hoger beroep was beslist.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat het hoger beroep nader onderzoek vergt en dat de huidige procedure zich daar niet goed voor leent. Daarom heeft de voorzieningenrechter besloten om de gevraagde voorlopige voorziening te treffen. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de vreemdeling niet mag worden uitgezet totdat er een beslissing is genomen op het hoger beroep. Daarnaast is de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van de vreemdeling, die zijn opgelopen tot €875,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Deze beslissing is openbaar uitgesproken op 5 februari 2024.