ECLI:NL:RVS:2024:4583
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen vrijheidsontnemende maatregel opgelegd door de minister van Asiel en Migratie
Op 13 november 2024 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een besluit van de minister van Asiel en Migratie. Dit besluit, genomen op 14 juli 2024, hield in dat de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel was opgelegd. De rechtbank Den Haag had op 27 september 2024 het beroep van de vreemdeling tegen het voortduren van deze maatregel ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. M.M. Volwerk, heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.
De Raad van State overwoog dat de uitspraak van de rechtbank betrekking had op het voortduren van de vrijheidsontnemende maatregel, waartegen volgens de wet geen hoger beroep mogelijk is. De Afdeling bestuursrechtspraak stelde vast dat de argumenten van de vreemdeling in hoger beroep geen aanleiding gaven om het hoger beroep toch in behandeling te nemen. Het verbod op hoger beroep kan alleen worden doorbroken in gevallen waar er geen eerlijk proces heeft plaatsgevonden, wat in deze zaak niet het geval was.
Uiteindelijk verklaarde de Afdeling zich onbevoegd om van het hoger beroep kennis te nemen en oordeelde dat de minister geen proceskosten hoefde te vergoeden. De uitspraak werd gedaan door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. W.M. Vos, griffier, en werd openbaar uitgesproken op 13 november 2024.