ECLI:NL:RVS:2024:465
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel en verzoek om voorlopige voorziening
Op 7 februari 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening en hoger beroep van een vreemdeling. De vreemdeling had eerder een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke op 22 september 2023 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen. De rechtbank Den Haag had op 20 november 2023 het beroep van de vreemdeling tegen deze afwijzing ongegrond verklaard. Hierop heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. M.S. Nizamoeddin, hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
Tijdens de procedure heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid laten weten dat de vreemdeling met onbekende bestemming is vertrokken en dat er geen contact meer is met de vreemdeling. Dit heeft de Afdeling doen concluderen dat de vreemdeling geen belang meer heeft bij een beoordeling van het hoger beroep, aangezien hij niet langer bescherming in Nederland zoekt. Hierdoor is het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard en is het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. De staatssecretaris is niet verplicht om de proceskosten te vergoeden.
De uitspraak is gedaan door mr. H.G. Sevenster, in tegenwoordigheid van mr. N. Tibold, griffier, en is openbaar uitgesproken op 7 februari 2024.