ECLI:NL:RVS:2024:4686
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak na afwijzing verblijfsvergunning door staatssecretaris
Op 18 november 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. De zaak betreft een vreemdeling die op 13 mei 2024 een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd indiende, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid werd afgewezen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank, die op 22 oktober 2024 het beroep gegrond verklaarde en het besluit van de staatssecretaris vernietigde. De rechtbank bepaalde dat de minister een nieuw besluit moest nemen met inachtneming van deze uitspraak.
Tegen deze uitspraak heeft de minister van Asiel en Migratie hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft de minister in de gelegenheid gesteld om zijn verzoek toe te lichten, waarop de vreemdeling ook een schriftelijke uiteenzetting heeft gegeven en incidenteel hoger beroep heeft ingesteld. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat de beoordeling van de grieven nader onderzoek vereist, waarvoor de huidige procedure zich niet goed leent. Gezien de belangen van zowel de minister als de vreemdeling heeft de voorzieningenrechter besloten een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de minister van Asiel en Migratie geen uitvoering hoeft te geven aan de uitspraak van de rechtbank totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. Dit besluit is genomen om de rechtspositie van de vreemdeling te waarborgen en om te voorkomen dat er onomkeerbare gevolgen zouden optreden voordat er een definitieve uitspraak is gedaan.