ECLI:NL:RVS:2024:4694
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- J. Schipper-Spanninga
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak na afwijzing verblijfsvergunning
Op 15 november 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om een voorlopige voorziening in een asielzaak. De vreemdeling had eerder een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend, welke op 17 januari 2024 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen. Hiertegen had de vreemdeling beroep ingesteld bij de rechtbank, die op 18 oktober 2024 het beroep ongegrond verklaarde. De vreemdeling heeft vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft geconstateerd dat de noodzakelijke stukken voor de beoordeling van het hoger beroep nog niet waren ontvangen. Daarom heeft de voorzieningenrechter bij wijze van ordemaatregel een voorlopige voorziening getroffen, waarbij de voorgenomen beëindiging van de opvang van de vreemdeling op 18 november 2024 achterwege blijft. Tevens is de minister van Asiel en Migratie veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die zijn vastgesteld op € 875,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
De uitspraak is gedaan in het openbaar en is ondertekend door de voorzieningenrechter en de griffier. De zaak betreft een belangrijk aspect van het bestuursrecht en vreemdelingenrecht, waarbij de rechten van de vreemdeling in het geding zijn.