202204442/2/R2.
Datum uitspraak: 20 november 2024
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
1. Vereniging Buurtcomité de Looiakkers, gevestigd in Eindhoven,
2. [appellant sub 2A] en [appellant sub 2B], beiden wonend in Eindhoven,
appellanten,
en
de raad van de gemeente Eindhoven,
verweerder.
Procesverloop
Bij tussenuitspraak van 3 januari 2024, ECLI:NL:RVS:2024:4, heeft de Afdeling de raad opgedragen om binnen 20 weken na de verzending daarvan de gebreken in het besluit van 24 mei 2022 tot gewijzigde vaststelling van het bestemmingsplan "IX Stratum binnen de Ring 2007 (Hofdijkstraat 1)" te herstellen. Bij beschikking van 29 mei 2024, in zaaknr. 202204442/3/R2, heeft de Afdeling de hersteltermijn verlengd tot en met 9 juli 2024.
Ter uitvoering van de tussenuitspraak heeft de raad bij besluit van 28 mei 2024 het bestemmingsplan "IX Stratum binnen de Ring 2007 (Hofdijkstraat 1)" gewijzigd vastgesteld en voorzien van een nadere onderbouwing (hierna: het herstelbesluit).
Buurtcomité de Looiakkers, [appellant sub 2A] en [appellant sub 2B] en Lidl hebben zienswijzen naar voren gebracht.
De raad en [appellant sub 2A] en [appellant sub 2B] hebben nadere stukken ingediend.
De Afdeling heeft bepaald dat een tweede zitting achterwege blijft. Vervolgens heeft de Afdeling het onderzoek gesloten.
Overwegingen
Overgangsrecht inwerkingtreding Omgevingswet
1. Op 1 januari 2024 zijn de Omgevingswet en de Invoeringswet Omgevingswet in werking getreden. Op grond van artikel 4.6, derde lid, van de Invoeringswet Omgevingswet blijft op een beroep tegen een besluit tot vaststelling van een bestemmingsplan waarvan het ontwerp vóór het tijdstip van inwerkingtreding van de Omgevingswet ter inzage is gelegd het recht zoals dat gold onmiddellijk vóór dat tijdstip van toepassing tot het bestemmingsplan onherroepelijk is.
Het ontwerpplan is op 9 september 2021 ter inzage gelegd. Dat betekent dat op deze beroepsprocedure het recht, waaronder de Wet ruimtelijke ordening (hierna: de Wro), zoals dat gold vóór 1 januari 2024 van toepassing blijft.
De tussenuitspraak
2. De Afdeling heeft in de tussenuitspraak van 3 januari 2024 naar aanleiding van de beroepsgronden van Buurtcomité de Looiakkers en [appellant sub 2A] en [appellant sub 2B] overwogen dat het besluit van 24 mei 2022 op twee punten onzorgvuldig tot stand is gekomen. In de eerste plaats is onder 5.2 vastgesteld dat de raad, ondanks dat dit wel de bedoeling was, heeft nagelaten om in artikel 3.1, onder e, van de planregels op te nemen dat een doorsteek alleen mogelijk is binnen de functieaanduiding "verkeer". In de tweede plaats is onder 5.3 geoordeeld dat ten onrechte niet is onderzocht of de Hofdijkstraat in noordelijke richting kan dienen als een veilige ontsluiting van het plangebied en welke gevolgen dit heeft voor de verkeersafwikkeling in noordelijke richting.
3. In de tussenuitspraak heeft de Afdeling de raad opgedragen om de onder 5.2 en 5.3 omschreven gebreken in het besluit van 24 mei 2022 te herstellen. Dit betekent dat de beroepen van Buurtcomité de Looiakkers en [appellant sub 2A] en [appellant sub 2B] tegen het besluit van 24 mei 2022 gegrond zijn. Dat besluit komt gedeeltelijk voor vernietiging in aanmerking.
Het herstelbesluit
4. Ter uitvoering van de tussenuitspraak heeft de raad bij besluit van 28 mei 2024 het bestemmingsplan gewijzigd vastgesteld. Aan het herstelbesluit is een verkeersonderzoek van Goudappel B.V. ten grondslag gelegd. Verder zijn in het herstelbesluit de planregels en de verbeelding ten opzichte van het oorspronkelijke bestemmingsplan gedeeltelijk aangepast. Het herstelbesluit is, gelet op artikel 6:19, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb), mede onderwerp van dit geding.
5. Buurtcomité de Looiakkers en [appellant sub 2A] en [appellant sub 2B] hebben naar aanleiding van het herstelbesluit zienswijzen naar voren gebracht. Volgens hen zijn niet alle gebreken die in de tussenuitspraak zijn geconstateerd, hersteld. Lidl heeft naar aanleiding van het herstelbesluit een reactie gegeven, waarin zij heeft gesteld dat de gebreken wel zijn hersteld. De raad heeft naar aanleiding van de zienswijzen een nader stuk ingediend, inclusief een reactie van Goudappel B.V. van 6 augustus 2024.
De zienswijzen van Buurtcomité de Looiakkers en [appellant sub 2A] en [appellant sub 2B]
Verkeersontsluiting
6. Buurtcomité de Looiakkers en [appellant sub 2A] en [appellant sub 2B] betogen dat niet duidelijk is ten behoeve van welke woningen of straten de toevoeging "ter plaatse van de functieaanduiding verkeer" aan artikel 3.1, onder e, van de planregels is gekoppeld. Doordat er geen sancties verbonden zijn aan deze planregel, is deze niet afdwingbaar. Volgens Buurtcomité de Looiakkers en [appellant sub 2A] en [appellant sub 2B] moet al het verkeer via de verkeersontsluiting afgewikkeld worden, ook het verkeer vanuit de overige woningen in het plangebied, het verkeer dat uit de Le Sage ten Broeklaan in noordelijke richting via de Hofdijkstraat naar de Aalsterweg gaat en het verkeer dat via de Aalsterweg in zuidelijke richting naar de Le Sage ten Broeklaan gaat.
6.1. De Afdeling stelt voorop dat de raad, in overeenstemming met de opdracht van de Afdeling in de tussenuitspraak, aan artikel 3.1, onder e, van de planregels heeft toegevoegd "ter plaatse van de functieaanduiding "verkeer"". Artikel 3.1, aanhef en onder e, luidt nu als volgt: "De voor "Wonen" aangewezen gronden zijn bestemd voor: e. een verkeersontsluiting ten dienste van de woningen ter plaatse van de functieaanduiding "verkeer"." Op de verbeelding van het bestemmingsplan is de functieaanduiding "verkeer" opgenomen.
De Afdeling overweegt dat de raad in zijn nader stuk heeft toegelicht dat de verkeersontsluiting wordt aangelegd met het oog op de nieuwe woningen, en dat de functieaanduiding "verkeer" rust op gronden die bestemd zijn voor al het verkeer dat gebruik wil maken van deze ontsluiting.
De Afdeling ziet in wat Buurtcomité de Looiakkers en [appellant sub 2A] en [appellant sub 2B] hebben aangevoerd, geen grond voor het oordeel dat de raad in zoverre niet aan de opdracht uit de tussenuitspraak heeft voldaan.
6.2. De Afdeling stelt vast dat de raad artikel 3.2.6 met als titel "Voorwaardelijke verplichting aanleg verkeersontsluiting" aan de planregels heeft toegevoegd. Daarin is een verplichting opgenomen om de verkeersontsluiting aan te leggen. Dit artikel luidt als volgt: "Het gebruik van de gronden ten behoeve van wonen als bedoeld in lid 3.1 is uitsluitend toegestaan, indien binnen één jaar na gereedmelding van de bouw van de eerste woning wordt voorzien in een verkeersontsluiting ten dienste van de woning(en) ter plaatse van de functieaanduiding "verkeer" met een minimale breedte van 7,6 meter."
De raad heeft in zijn nader stuk toegelicht dat als niet aan deze verplichting wordt voldaan, daartegen handhavend kan worden opgetreden.
De Afdeling ziet in wat Buurtcomité de Looiakkers en [appellant sub 2A] en [appellant sub 2B] hebben aangevoerd, geen grond voor het oordeel de raad met deze planregel onvoldoende heeft verzekerd dat de verkeersontsluiting wordt aangelegd.
Verkeersafwikkeling in noordelijke richting
7. Buurtcomité de Looiakkers en [appellant sub 2A] en [appellant sub 2B] betogen verder dat de raad onvoldoende heeft onderbouwd dat de Hofdijkstraat in noordelijke richting als ontsluiting van het plangebied kan dienen.
Ten eerste is het verkeersonderzoek van Goudappel B.V. volgens hen niet representatief, omdat de verkeerstellingen voor de Le Sage ten Broeklaan zijn uitgevoerd in de voorjaarsvakantie.
Bovendien heeft Goudappel B.V. volgens [appellant sub 2A] en [appellant sub 2B] de busbaan ter hoogte van het kruispunt Aalsterweg - Looiakkerstraat ten onrechte niet meegenomen in het verkeersonderzoek. De busbaan is een drukbezette buslijn waar bussen in twee richtingen rijden. Daardoor zijn de getrokken conclusies over de geschiktheid van dit kruispunt als ontsluiting voor het verkeer van het plangebied niet betrouwbaar.
Daarnaast blijkt volgens [appellant sub 2A] en [appellant sub 2B] uit het verkeersonderzoek van Goudappel B.V. dat een derde van het verkeer op de Anna Bijnsweg tegen de verkeersrichting in rijdt. Dat kan zorgen voor onveilige situaties en daar biedt de inrichting van de nieuwe verkeersontsluiting binnen het plangebied geen oplossing voor. Bovendien zal het verkeer vanuit het plangebied ontsluiting zoeken via de Anna Bijnsweg, omdat de ontsluiting van de Hofdijkstraat op de Aalsterweg een gevaarlijk en complex kruispunt is met een langere aanrijtijd. Dat kan de onveilige situatie op de Anna Bijnsweg verergeren, waardoor de verkeersafwikkeling onvoldoende is geregeld in het plan.
Verder betogen Buurtcomité de Looiakkers en [appellant sub 2A] en [appellant sub 2B] dat het verkeersonderzoek van Goudappel B.V. ten onrechte geen rekening heeft gehouden met een verdere toename van verkeer en parkeeroverlast in de Le Sage ten Broeklaan, doordat de voormalige KPN-centrale een kantoorpand wordt.
7.1. In opdracht van de raad heeft Goudappel B.V. een verkeersonderzoek uitgevoerd. Dat heeft geresulteerd in het rapport "Verkeersonderzoek Hofdijkstraat Eindhoven, Tellingen en analyse d.d. 14 maart 2024". Uit dit rapport volgt het volgende. De voorziene ontwikkeling zorgt voor een toename van verkeer in het studiegebied, maar de extra verkeersbewegingen zorgen niet voor knelpunten op het gebied van verkeersveiligheid op wegvak- en kruispuntniveau. Op het drukste wegvak blijft de totale intensiteit onder de 500 motorvoertuigen per etmaal. Ook bij de versmalling op de Hofdijkstraat blijft de verkeersintensiteit binnen de streefwaarde in de huidige vormgeving. Maar, er kan mogelijk een verkeersonveilige situatie voorkomen, omdat het zicht op tegemoetkomend verkeer wordt beperkt door het Trafohuisje. Ook kan mogelijk een beperkte wachtrij ontstaan. Hierdoor kan gemotoriseerd verkeer eerder geneigd zijn om uit te rijden via de Anna Bijnsweg, die in de huidige situatie ook gebruikt wordt door gemotoriseerd verkeer die tegen de verplichte rijrichting in rijdt. De conclusie van het rapport is dat hoewel de ontwikkeling van de voorziene woningen zorgt voor een toename van verkeer, de extra verkeersbewegingen als gevolg daarvan niet zorgen voor knelpunten op het gebied van verkeersveiligheid of op wegvak- en kruispuntniveau en geen aanvullende verkeersmaatregelen nodig zijn.
De raad concludeert op grond van het rapport en overleg met Goudappel B.V. dat de verkeersafwikkeling in noordelijke richting over de Hofdijkstraat vanuit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening aanvaardbaar is te achten, mits de verkeersontsluiting wordt gerealiseerd.
7.2. De raad heeft naar het oordeel van de Afdeling voldoende onderbouwd dat de Hofdijkstraat in noordelijke richting als ontsluiting van het plangebied kan dienen. De conclusie van het verkeersonderzoek van Goudappel B.V. is dat de ontwikkeling van de voorziene woningen zorgt voor een toename van verkeer, maar dat de extra verkeersbewegingen als gevolg daarvan niet zorgen voor knelpunten op het gebied van verkeersveiligheid of op wegvak- en kruispuntniveau, waardoor er geen aanvullende verkeersmaatregelen nodig zijn. Met de reactie van Goudappel B.V. van 6 augustus 2024 zijn naar het oordeel van de Afdeling de bezwaren van Buurtcomité de Looiakkers en [appellant sub 2A] en [appellant sub 2B] tegen het verkeersonderzoek in voldoende mate weerlegd. Ten eerste zijn alleen de verkeersintensiteiten buiten de vakantieperiode en op werkdagen meegenomen in het onderzoek, omdat die maatgevend zijn. Op de Looiakkerstraat, Hofdijkstraat en Anna Bijnsweg zijn tussen 30 januari 2024 en 12 februari 2024 tellingen uitgevoerd. In het verkeersonderzoek is vanwege de start van de voorjaarsvakantie op 10 februari 2024 alleen maar de periode van 30 januari 2024 tot en met 9 februari 2024 meegenomen.
Hoewel de busbaan niet is meegenomen in de separate kruispuntberekening, is het busverkeer wel meegeteld als langskomend verkeer bij het vaststellen van de verkeersstromen op het kruispunt Looiakkerstraat — Aalsterweg.
Verder is het, zo stelt Goudappel B.V. in haar reactie van 6 augustus 2024, aannemelijk dat het verkeer vanuit het plangebied gebruik zal gaan maken van de nieuwe verbindingsweg richting het kruispunt Aalsterweg - Looiakkerstraat en niet op de Anna Bijnsweg tegen de rijrichting in zal gaan rijden. Uit de kruispuntberekeningen blijkt dat het kruispunt Aalsterweg - Looiakkerstraat het verkeer op veilige wijze kan afwikkelen in de bestaande situatie en in de plansituatie.
In wat Buurtcomité de Looiakkers en [appellant sub 2A] en [appellant sub 2B] hebben aangevoerd, ziet de Afdeling geen grond dat de raad zich niet op het verkeersonderzoek heeft mogen baseren.
Ten slotte waren de plannen voor de KPN-centrale ten tijde van het vaststellen van het bestemmingsplan nog niet bekend, waardoor de raad deze ook niet heeft hoeven meenemen bij de planvorming. De raad merkt terecht op dat bij het herontwikkelen van de KPN-centrale rekening moet worden gehouden met de ontwikkeling die het bestemmingsplan mogelijk maakt.
Het betoog slaagt niet.
Parkeren
8. Buurtcomité de Looiakkers en [appellant sub 2A] en [appellant sub 2B] betogen verder dat niet alle gebreken zijn hersteld, omdat zij in het bestemmingsplan een kaderstelling voor parkeren voor de toekomstige bewoners van de voorziene woningen missen. Verder bestrijden zij dat er in het plangebied voldoende ruimte is om aan de parkeernorm te voldoen. Zij betogen daarnaast dat de raad in het plan moet vastleggen waar de parkeergarage die het plan toelaat, ontsloten wordt. Ook zijn volgens Buurtcomité de Looiakkers en [appellant sub 2A] en [appellant sub 2B] in het plan ten onrechte geen maatregelen opgenomen om verkeer in omliggende straten te weren en zo snel mogelijk naar de Aalsterweg te leiden.
8.1. De Afdeling stelt vast dat Buurtcomité de Looiakkers en [appellant sub 2A] en [appellant sub 2B] hiermee hun beroepsgronden na de tussenuitspraak hebben uitgebreid met nieuwe, niet eerder aangedragen beroepsgronden die zij al tegen het oorspronkelijke besluit naar voren hadden kunnen brengen. Dit is, gelet op het belang van een efficiënte geschilbeslechting en de rechtszekerheid van de andere partijen, in het licht van de goede procesorde niet aanvaardbaar. De Afdeling laat wat Buurtcomité de Looiakkers en [appellant sub 2A] en [appellant sub 2B] in dit verband aanvoeren, dan ook buiten bespreking.
Het betoog slaagt niet.
Heeft de raad de gebreken hersteld?
9. De raad heeft, in overeenstemming met de opdracht van de Afdeling in de tussenuitspraak, aan artikel 3.1, onder e, van de planregels toegevoegd "ter plaatse van de functieaanduiding "verkeer"". Daarnaast heeft de raad voldoende onderbouwd dat de Hofdijkstraat in noordelijke richting als ontsluiting van het plangebied kan dienen en welke gevolgen dit heeft voor de verkeersafwikkeling in noordelijke richting. Dat betekent dat de raad de gebreken die zijn geconstateerd in de tussenuitspraak met het herstelbesluit heeft hersteld.
Conclusie en proceskosten
10. De beroepen van Buurtcomité de Looiakkers en [appellant sub 2A] en [appellant sub 2B] tegen het besluit van 24 mei 2022 zijn gegrond. Dat besluit dient te worden vernietigd wegens strijd met artikel 3:2 van de Awb. De beroepen van Buurtcomité de Looiakkers en [appellant sub 2A] en [appellant sub 2B] tegen het herstelbesluit van 28 mei 2024 zijn ongegrond.
11. De raad hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. verklaart de beroepen van Vereniging Buurtcomité de Looiakkers en [appellant sub 2A] en [appellant sub 2B] tegen het besluit van 24 mei 2022 gegrond;
II. vernietigt het besluit van de raad van de gemeente Eindhoven van 24 mei 2022 tot vaststelling van het bestemmingsplan "IX Stratum binnen de Ring 2007 (Hofdijkstraat 1)";
III. verklaart de beroepen van Vereniging Buurtcomité de Looiakkers en [appellant sub 2A] en [appellant sub 2B] tegen het besluit van 28 mei 2024 ongegrond;
IV. gelast dat de raad van de gemeente Eindhoven aan Vereniging Buurtcomité de Looiakkers en [appellant sub 2A] en [appellant sub 2B] vergoedt het door hen voor de behandeling van de beroepen betaalde griffierecht ten bedrage van
- € 365,00 voor Vereniging Buurtcomité de Looiakkers,
- € 184,00 voor [appellant sub 2A] en [appellant sub 2B].
Aldus vastgesteld door mr. J. Gundelach, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. M.A. Graaff-Haasnoot, griffier.
w.g. Gundelach
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Graaff-Haasnoot
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 20 november 2024
531-1044