ECLI:NL:RVS:2024:4821
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak na hoger beroep
Op 25 november 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening in een asielzaak. De vreemdeling had eerder, op 4 april 2024, een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen. Hiertegen had de vreemdeling beroep ingesteld bij de rechtbank, die op 28 oktober 2024 het beroep ongegrond verklaarde. De vreemdeling heeft vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
In de overwegingen van de voorzieningenrechter werd vastgesteld dat er op de datum van de uitspraak al een beslissing was genomen op het hoger beroep van de vreemdeling. Hierdoor was er geen noodzaak meer om een voorlopige voorziening te treffen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek van de vreemdeling dan ook afgewezen. Tevens werd bepaald dat de minister geen proceskosten hoeft te vergoeden.
De uitspraak is openbaar gedaan en is vastgesteld door mr. H.G. Sevenster, de voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M.C.S. Heinen, de griffier. De beslissing is genomen in het kader van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht, waarbij de voorzieningenrechter de bevoegdheid heeft om voorlopige voorzieningen te treffen in bestuursrechtelijke zaken.