ECLI:NL:RVS:2024:4836
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- M. den Heyer
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak tegen minister van Asiel en Migratie
Op 25 november 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin de minister van Asiel en Migratie in hoger beroep ging tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De rechtbank had op 12 november 2024 het beroep van een vreemdeling gegrond verklaard, die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De rechtbank vernietigde het besluit van de minister om de aanvraag niet in behandeling te nemen en verplichtte de minister om een nieuw besluit te nemen met inachtneming van de uitspraak.
De minister verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen, zodat hij de uitspraak van de rechtbank niet hoefde uit te voeren totdat de Afdeling op zijn hoger beroep had beslist. De voorzieningenrechter overwoog dat de belangen van zowel de minister als de vreemdeling in overweging moesten worden genomen. Hij concludeerde dat de uitspraak van de rechtbank niet vereiste dat de minister de gevraagde verblijfsvergunning moest verlenen en dat de uitvoering van de uitspraak geen onomkeerbare gevolgen zou hebben.
Daarom werd het verzoek van de minister afgewezen. De voorzieningenrechter oordeelde dat de minister de proceskosten moest vergoeden, die in dit geval € 875,00 bedroegen, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op dezelfde dag.