ECLI:NL:RVS:2024:4847
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- M. den Heyer
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak na niet in behandeling nemen verblijfsvergunning
Op 25 november 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening in een asielzaak. De vreemdeling had op 23 augustus 2024 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze aanvraag werd door de minister van Asiel en migratie niet in behandeling genomen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep aangetekend, maar de rechtbank verklaarde dit beroep op 12 november 2024 ongegrond. Vervolgens heeft de voorzieningenrechter op 22 november 2024 het hoger beroep van de vreemdeling tegen deze uitspraak eveneens ongegrond verklaard en het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen.
Op 23 november 2024 heeft de vreemdeling bezwaar gemaakt tegen de feitelijke overdracht en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat de vreemdeling geen nieuwe gronden heeft aangevoerd die de rechtmatigheid van de voorgenomen overdracht in twijfel trekken. Gelet op de eerdere uitspraken en de omstandigheden van de zaak, heeft de voorzieningenrechter het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening afgewezen. De minister is niet verplicht om de proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 25 november 2024.