ECLI:NL:RVS:2024:5051
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- M. den Heyer
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot niet in behandeling genomen aanvragen
Op 6 december 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening in een asielzaak. De zaak betreft vreemdelingen die op 3 oktober 2024 aanvragen om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd hebben ingediend, welke door de minister van Asiel en Migratie niet in behandeling zijn genomen. De vreemdelingen hebben hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 4 december 2024 de beroepen gegrond heeft verklaard en de besluiten van de minister heeft vernietigd, met de bepaling dat de rechtsgevolgen daarvan geheel in stand blijven. Tegen deze uitspraak hebben de vreemdelingen hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De vreemdelingen hebben de voorzieningenrechter verzocht om te bepalen dat hun voorgenomen overdracht op 9 december 2024 om 09.20 uur achterwege blijft. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat, nu de termijn voor het hoger beroep nog niet is verstreken, het treffen van een voorlopige voorziening gerechtvaardigd is. De minister van Asiel en Migratie is veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdelingen, die zijn vastgesteld op € 875,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
De voorzieningenrechter heeft bij wijze van ordemaatregel de voorlopige voorziening getroffen dat de voorgenomen overdracht van de vreemdelingen op 9 december 2024 achterwege blijft. De uitspraak is gedaan in het openbaar en is vastgesteld door mr. M. den Heyer, met mr. D.C.M. van Trappen als griffier.