ECLI:NL:RVS:2024:5053
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep van vreemdeling tegen besluit minister van Asiel en Migratie tot inbewaringstelling
Op 10 december 2024 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een besluit van de minister van Asiel en Migratie. De minister had op 26 augustus 2024 besloten om de vreemdeling in bewaring te stellen. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, had op 28 oktober 2024 het beroep van de vreemdeling tegen het voortduren van de maatregel van bewaring ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. G.A. Dorsman, heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.
De Raad van State overweegt dat de uitspraak van de rechtbank betrekking heeft op het voortduren van de maatregel van bewaring, waartegen geen hoger beroep kan worden ingesteld volgens de wet. De Afdeling stelt vast dat de vreemdeling geen argumenten heeft aangedragen die aanleiding geven om het hoger beroep toch in behandeling te nemen. Het verbod op hoger beroep kan alleen worden doorbroken in gevallen waar geen eerlijk proces heeft plaatsgevonden, wat in deze zaak niet het geval is.
Daarom verklaart de Afdeling zich onbevoegd om van het hoger beroep kennis te nemen. De minister van Asiel en Migratie hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in aanwezigheid van mr. D.I. Schipper, griffier.