ECLI:NL:RVS:2024:5055
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag verblijfsvergunning asiel en hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard
Op 9 december 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. De vreemdeling had op 5 juni 2024 een aanvraag ingediend bij de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, welke aanvraag werd afgewezen. De vreemdeling ging hiertegen in beroep bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Rotterdam. Op 14 november 2024 verklaarde de rechtbank het beroep van de vreemdeling gegrond, vernietigde het besluit van de staatssecretaris, maar bepaalde dat de rechtsgevolgen van het besluit in stand blijven.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld, vertegenwoordigd door mr. G. Ocak, advocaat in Utrecht. Tevens verzocht hij de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen. De voorzieningenrechter overwoog dat het hoger beroep zich niet richtte tegen de uitspraak van de rechtbank, omdat de vreemdeling niet had uitgelegd waarom deze uitspraak onjuist zou zijn. Hierdoor kon de Afdeling geen inhoudelijk oordeel geven over het hoger beroep, wat leidde tot de conclusie dat het hoger beroep niet-ontvankelijk was. De minister van Asiel en Migratie werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden.
De uitspraak werd gedaan door mr. H.G. Sevenster, in tegenwoordigheid van mr. P.A.M.J. Graat, griffier, en werd openbaar uitgesproken op 9 december 2024.