ECLI:NL:RVS:2024:5057

Raad van State

Datum uitspraak
9 december 2024
Publicatiedatum
9 december 2024
Zaaknummer
202406691/1/V3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • H.G. Sevenster
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep van vreemdeling tegen besluit minister van Asiel en Migratie inzake bewaring

Op 9 december 2024 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een besluit van de minister van Asiel en Migratie. De vreemdeling was op 13 oktober 2024 in bewaring gesteld. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Haarlem, had op 1 november 2024 het beroep van de vreemdeling tegen dit besluit ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. E. El Assrouti, heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.

De Afdeling bestuursrechtspraak heeft in haar overwegingen vastgesteld dat het hoger beroep zich niet richt tegen de uitspraak van de rechtbank, omdat de vreemdeling niet heeft uitgelegd waarom deze uitspraak volgens hem onjuist is. Hierdoor kon de Afdeling geen inhoudelijk oordeel geven over het hoger beroep, zoals vereist volgens artikel 85 van de Vreemdelingenwet 2000. De Afdeling heeft geconcludeerd dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is, wat betekent dat de zaak niet verder in behandeling wordt genomen. De minister van Asiel en Migratie is niet verplicht om de proceskosten te vergoeden.

De uitspraak is gedaan door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. A.M. van Meurs-Heuvel, griffier. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 9 december 2024.

Uitspraak

202406691/1/V3.
Datum uitspraak: 9 december 2024
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
[de vreemdeling],
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Haarlem, van 1 november 2024 in zaak nr. NL24.39960 in het geding tussen:
de vreemdeling
en
de minister van Asiel en Migratie.
Procesverloop
Bij besluit van 13 oktober 2024 heeft de minister de vreemdeling in bewaring gesteld.
Bij uitspraak van 1 november 2024 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. E. El Assrouti, advocaat in Amsterdam, hoger beroep ingesteld.
Overwegingen
1.       Het hoger beroep richt zich niet tegen de uitspraak van de rechtbank. De vreemdeling legt namelijk niet uit waarom de uitspraak van de rechtbank volgens hem niet juist is. Daarom kan de Afdeling geen inhoudelijk oordeel geven over het hoger beroep (artikel 85 van de Vw 2000).
2.       Het hoger beroep is niet-ontvankelijk. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. A.M. van Meurs-Heuvel, griffier.
w.g. Sevenster
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Van Meurs-Heuvel
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 9 december 2024
47-1149