ECLI:NL:RVS:2024:5077
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- J. Schipper-Spanninga
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak tegen afwijzing verblijfsvergunning
Op 12 december 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. De zaak betreft een vreemdeling die op 8 juli 2024 een aanvraag indiende voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid werd afgewezen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 13 november 2024 het beroep gegrond verklaarde en het besluit van de staatssecretaris vernietigde. De rechtbank heeft de minister opgedragen om een nieuw besluit te nemen met inachtneming van de uitspraak.
Tegen deze uitspraak heeft de minister van Asiel en Migratie hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De minister verzocht de voorzieningenrechter om te bepalen dat hij de uitspraak van de rechtbank niet hoeft uit te voeren totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. De voorzieningenrechter heeft, na afweging van de belangen van beide partijen, geoordeeld dat het niet aannemelijk is dat de uitspraak van de rechtbank in stand blijft. Daarom heeft hij de voorlopige voorziening getroffen, waarbij de minister niet verplicht is om de uitspraak van de rechtbank uit te voeren totdat er een beslissing is genomen in het hoger beroep.
De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de minister geen proceskosten hoeft te vergoeden. Deze beslissing is openbaar uitgesproken op 12 december 2024.